Hoofdstuk 1 Effectief rekenonderwijs Flashcards
Welke 5 uitgangspunten zijn er binnen realistisch rekenen?
- betekenisvol leren
- van informeel naar formeel
- leerlingen ontwikkelen eigen oplossingsprocedures
- interactie en reflectie
- verstrengeling van leerlijnen
Wat is betekenisvol leren?
nieuwe leerstof wordt in verhaaltjes en realistische situaties aangeboden. Hierdoor weten kinderen waar ze de stof kunnen tegenkomen. Daarom wordt er een verbinding gemaakt met andere vakgebieden als taal en de zaakvakken, alsmede de werkelijke wereld.
Wat bedoelen we met leerlingen ontwikkelen eigen oplossingsprocedures?
leerlingen leren geen stapsgewijze oplossingsprocedures voor verschillende opgaves. Ze leren handig rekenen op basis van eigenschappen van getallen en bewerkingen en op basis van relaties tussen getallen en bewerkingen. Deze sluiten beter aan bij de denkwijzen van de leerlingen
Wat bedoelen we met van informeel naar formeel?
leerlingen mogen niet direct te abstract sommen gaan maken. Eerst moet de leerstof worden ervaren. Oplossingsmethodes mogen inefficiënt zijn, het gaat erom dat leerlingen snappen wat ze doen. Daarna oefenen met sommen
Wat bedoelen we met interactie en reflectie?
bij het aanbieden van nieuwe stof worden contexten gebruikt. Deze vormen het startpunt voor wiskundig redeneren. leerlingen praten over oplossingsmethoden en leren zo rekenkundig handelen en communiceren.
Wat bedoelen we met verstrengeling van leerlijnen?
rekendomeinen worden door elkaar aangeboden. Er komen dan verschillende onderwerpen aan bod binnen 1 rekenles. Er worden ook verbindingen gelegd met taal en algemene kennis en dagelijks leven
Waar vindt traditioneel rekenen zijn oorsprong?
uit de cognitieve theorie van leren -> leerlingen moeten op een zo efficiënt mogelijke manier kennis en vaardigheden leren beheersen en kunnen toepassen
Wanneer krijgen leerlingen meer verantwoordelijkheid bij TR?
als ze de leerstof beter beheersen
Welke 5 uitgangspunten zijn er voor traditioneel rekenen?
- instructie als start
- van concreet naar abstract
- 1 nieuw onderwerp per les
- ruime aandacht voor automatiseren
- toepassen als sluitstuk
Wat bedoelen we met instructie als start?
leraar legt stof uit, kinderen schrijven mee. Daarna leggen leerlingen aan elkaar uit hoe een som wordt opgelost. Hierdoor leert iedereen hoe je de som oplost. Er wordt 1 oplossingsmanier aangeboden, die wordt ingeslepen bij de zelfstandige verwerking
Wat bedoelen we met van concreet naar abstract?
Bij het aanbieden van nieuwe leerstof wordt gebruik gemaakt van concreet materiaal als blokjes of andere voorwerpen. Hierna plaatjes, daarna pas abstracte sommen. Er worden geen contexten gebruikt. De leerlingen leren in een aantal stappen hoe je de som oplost
Wat bedoelen we met 1 onderwerp per les?
er is per les aandacht voor 1 onderwerp. hierdoor ontstaat geen verwarring door teveel informatie. We gaan pas naar het volgende onderwerp als iedereen het snapt. Er wordt wel stof gebruikt in de opgaves die de kinderen eerder uitgelegd gekregen hebben
Wat bedoelen we met ruime aandacht voor automatiseren?
nadat de leerstof is uitgelegd, wordt er intensief herhaald. Opdrachten maken met de eerder uitgelegde leerstof, veel herhaling.
Wat bedoelen we met toepassen als sluitstuk?
pas nadat de leerstof wordt beheerst, worden er toepassingsvragen gedaan. Pas als het is geautomatiseerd is er ruimte om te denken, het werkgeheugen is niet meer nodig om het rekenwerk te doen
Met welke vragen kan je bepalen welke methode wordt gebruikt?
Context als start of einde?
ontdekken of instructie?
beheersing door begrip of begrip door beheersing?