Hoofdstuk 1- De Kennismaking Flashcards
het werkwoord
the verb
kijken
to watch
de televisie
the television
werken
to work
op
at
de universiteit
the university
antwoorden
to answer
de vraag
the question
lopen
to walk
leren
to learn
vertellen
to tell
wonen
to live
spreken
to speak
al
already
lezen
to read
de krant
the newspaper
geven
to give
zitten
to sit
buiten
outside
hebben
to have
zijn
to be
sinds
since
vanavond
tonight
komen
to come
uit
from
binnen
inside
nu
now
op dit moment
at this moment
ontmoeten
to meet
Hoi
Hi
wie
who
aangenaam
nice to meet you
Hoe heet jij?
What is your name?
Ik heet…
My name is…
en
and
Waar
Where
waar vandaan
where from
Spanje
Spain
Spaans
Spanish
een beetje
a bit
wauw
wow
veel
much, many
welke
which
Wat leuk!
How nice!
ook
too
doen
to do
dat
that
begrijpen
understand
mijn
My
het beroep
the profession
ja
yes
de actrice
the actress
Wat interessant!
How interesting!
beginnen
to begin
met
with
dankjewel
thank you
de koffie
the coffee
alsjeblieft
- here you are
- Please
goed
right, good
fout
wrong, false
het verhaal
the story
de rondleiding
the guided tour
het werk
the job
vandaag
today
van
from
het station
the station
naar
to
zeggen
to say
dit
this
het paleis
the palace
vragen
to ask
de koning
the king
nee
No
bij
at
de vrijgezel
the bachelor
maar
- but
- only
geen
No
verder
further
leuk
fun
over
about
de baas
the boss
de manager
the manager
de directeur
the director
de onderzoeker
the researcher
de ingenieur
the engineer
de arts
the doctor
de tandarts
the dentist
de accountant
the accountant
de architect
the architect
de verkoper
the salesman
de vertegenwoordiger
the representative