Hoofdstuk 1 - Communicatie Flashcards

1
Q

Definitie van Communicatie

A

Communicatie is de uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van elkaars onmiddelijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn. Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie vormen van Communicatie beschrijft Oomkes?

A
  1. Interpersoonlijke Comm
  2. Intrapersoonlijke Comm
  3. Massacomm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen informatie en communicatie?

A

Bij communicatie is er altijd sprake van signalen die symbolisch zijn, ze verwijzen naar iets anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 3 motieven voor Communicatie? En geef korte uitleg bij elk motief

A
  1. Biologische: lichamelijke behoeften, voedsel en drinken, veiligheid en onderdak
  2. Inter-persoonlijke: om het zelfbeeld te vormen, te veranderen en te ondersteunen
  3. Maatschappelijke: sociale behoeften, erkenning, invloed en genegenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een transactie?

A

Een transactie is een ruil tussen mensen. Dit is ontastbaar en onzichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De basisbehoeften van Maslow zijn? Noem ze alle 5

A
  1. Lichamelijke behoeften
  2. Behoefte aan veiligheid
  3. Behoefte aan ergens bij te horen en liefde
  4. Behoefte aan waardering
  5. Behoefte aan zelfontplooïng
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 kanalen dragen een boodschap? Geef ook aan wat het kanaal inhoudt

A
  1. Vocaal auditieve kanaal: praten en luisteren
  2. Visuele kanaal: zien
  3. Tactiele kanaal: aanraken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke drie vormen van ruis zijn er en geef aan wat deze betekenen

A
  1. Fysieke ruis: invloeden van buitenaf die de kanalen bemoeilijken
  2. Psychologische ruis: dit zijn vooroordelen of steriotypen die de communicatie belemmeren
  3. Semantische ruis: deze ontstaat als de communicerende verschillende codes hanteren, bijvoorbeeld vaktaal of een vreemde taal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 7 selectieprocessen zijn er?

A
  1. Selectief uitzenden
  2. Selectieve kennisname
  3. Selectieve waarneming
  4. Selectief onthouden
  5. Selectieve aandacht
  6. Selectief aanvaarden
  7. Selectief met anderen over dingen praten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly