hoofdstuk 1 a3a Flashcards

1
Q

herstructering

A

een blijvend omvorming van de economie bijvoorbeeld van aggrisch naar industrieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de-industrilatie

A

ontwikkeling waarbij de industriele activiteiten voor een belangerijk deel verdwijnen in de industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kapitaaalintensieve industrieen

A

bij de productie wordt veel kaptaal gebruikt in vergelijking met de kosten vor arbeid en grondstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

arbeidsintensieve bedrijfen

A

de loonkosten zijn de belangerijkst kosten post voor het maken van een product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agglomeratie voordelen

A

het voordeel dat bedrijven hebben dorr bij elkaar in de buurt te zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BRICS-landen

A

brazilie, rusland, india, china en zuid-africa
lamdnen die na 2000 een snelle economische ontwikkeling mee maakten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dekolonisatie(1945-1975)

A

Periode waarin vroegere koloniën onafhankelijk werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Exploitatiekolonie

A

Kolonie die door her moederland gebruikt wordt als wingewest. Ontwikkeld van de kolonie komt op de tweede plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gini-coefficient

A

Een maat om sociale ongelijkheid te meten loopt van o-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Global shift

A

De verschuiving van het economische kerngebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Globalisering

A

Proces waarbij gebieden op aarde op tal van terienen steeds meer verbonden raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Handelskolonialisme(1500-1800)

A

Vestiging van Europese handelsmaatschappijen in nieuw ontdekte gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Handeloorlog

A

Landen maken ruzie over handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wto

A

Wereldhandorganisatie die pleit voor vrijhandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vrijhandel

A

Handel waarbij grenzen zo min mogelijk tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vrijemarkteconomie

A

Economischsysteem waarbij de productie in handen van particulieren ligt

17
Q

Vestigingkolonie

A

Gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen en de kolonie opbouwen

18
Q

Productieketen

A

Proces van grondstof tot eindproduct

19
Q

Politieke systeem

A

De wijze waarop een land bestuurd word

20
Q

Outsourcing

A

Het verplaatsen van een bedrijf naar goedkopere gebieden

21
Q

Multipolaire wereldeconomie

A

Een economie waarbij er meerde economische kerngebieden zijn in de wereld

22
Q

Landlocked

A

Geen toegang tot de zee

23
Q

Koude oorlog(1945-1989)

A

Vs tegen de Sovjet unie

24
Q

Just-in-time

A

Goederen precies op tied worden aangeleverd

25
Q

Industrial kolonialisme

A

Fase waarbij Europe’s moederlanden kolonie stichten die ze zelf besturen, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproduct te vormen