Hoofdstuk 1 Flashcards
Definitie van histologie
Histologie is het bestuderen van weefsels
Uit welke 4 weefsels is het menselijk lichaam opgebouwd ?
- Epitheelweefsel
- Bindweefsel
- Spierweefsel
- zenuwweefsel
Doel biopsie?
Klein weefselfragmenten analyseren ter identificatie of diagnostiek
Leg de hematoxyline-Eosine kleuring uit
Hematoxyline is een basische kleurstof die reageert met zuren in de cel zoals nucleïnezuren. Hij geeft de kleur blauw
Eosine: is een zure kleurstof die reageert met basische componenten in de cel zoals de NH2 groep op eiwitten. En geeft de kleur rood.
Leg het 3 lenssysteem uit
Oculair: heeft een vaste vergroting voor het beeld op het netvlies van de waarnemer
Objectief: vormt tussenbeeld en bepaalt kwaliteit en vergroting van het beeld
Condensor: bundeld doorvallende op het preparaat en bepaalt kwaliteit
Resolutie
Minimale afstand tussen 2 punten nodig om deze als afzonderlijk waar te nemen
Van wat is het oplossend vermogen afhankelijk
Objectief
Niet afhankelijk van oculair
Wat is een artefact
Fout in de coupe die ontstaat na een ingrijpende behandeling van het weefsel
Het eindresultaat stelt niet meer overeen met de werkelijkheid
Wat is de standaard anatomische positie
Rechtopstaand
Voeten bij elkaar
Tenen voorwaarts
Handpalmen voorwaarts
Welke anatomische vlakken zijn er
Sagittaal: verdeeld lichaam verticaal in linker en rechter gedeelte
Midsagitaal: verdeelt lichaam midden door
Frontaal/coronaal:verdeeld lichaam in een ventraal en een dorsaal gedeelte
Transversaal: verdeeld lichaam in een craniaal en caudaal gedeelte
Voorkant
Anterior
Achterkant
Posterior
Buikzijde
Ventraal
Rugzijde
Dorsaal
Bovenkant
Superior
Onderkant
Inferior
Naar de schedel toe
Craniaal
Naar de staart toe
Caudaal
Naar de binnenzijde
Mediaal
Naar de buitenzijde
Lateraal
Aan het begin, aanhechting
Proximaal
Naar het uiteinde
Distel
Handpalmzijde
Palmair
Voetzool zijde’
Plantair
Dieper in het lichaam
Profundus
Welke anatomische richtingen zijn er van het hoofd
Rostraal: kruin (craniaal bij de mens) Caudaal: richting de nek Nasaal: voorzijde (neus) Occipitaal: achterzijde hoofd Temporaal: zijkant
Zelfde kant
Ipsilateraal
Verschillende kant
Contralateraal
Bilateraal
Beide kanten
Unilateraal
1 kant
Leg de hoekbeweging uit
Flexie en extensie:
Flexie: buiging
Extensie: strekken
Abductie en adductie
Abductie: weg van de mediaanlijn
Adductie: naar het lichaam toe
Circumductie: combinatie van bovenstaande bewegingen