Hoofdstuk 1 Flashcards
Welke eiwitten zitten er in bloedplasma en wat zijn hun functies?
Stollingsfactoren : hemostase
Immunoglobulinen: nodig voor de humorale afweer
Complement: lyse van cellen en micro-organismen waar Ig op gebonden hebben
Geef de 3 verschillende types granulocyten en hun kenmerken/functies.
Neutrofiele: staafkernige of segmentkernige (2-5) blauwroos/grijs
=> bacteriën fagocyteren en doden
=> eerste verdedingslijn huid en mucosa barrière
=> granules zijn lysosomen
Eosinofiele: 2 tot 3 kernkwabben oranjerode granules
=> bestrijden parasitaire infecties en spelen rol allergische aandoeningen
Basofiele granulocyten: grove donkerblauwe granules bovenop de kern (bevatten heparine en histamine)
=> receptoren voor IgE
=> binding gevolgd door degranulatie
=> vrijlating histamine
Bij migratie in weefsels => mastcellen
=> rol chemotaxis eosinofiele granulocyten en in allergische aandoeningen
Bespreek Monocyten
Bij migratie weefsels => macrofagen
Fagocytose van bepaalde micro-organismen,
Fagocytose van door inflammatie geïnduceerde weefseldebris
Verwijdering van senescente RBC en gedenatureerde plasmaproteïnen.
Organisatie Immuunsysteem : antigen presentatie aan lymfocyten, cytokines afscheiden ter amplificatie van effecten in het immuunstelsel => monokines
Geven aanleiding tot volgende cellen : Kupffercellen in lever Alveolaire macrofagen in longen Microgiacellen in de hersenen Osteoclasten in het been
Dendritische cellen
Regelen antigenopname, vertering en presentatie aan naïeve T-cellen.
Ook in huid (Langerhanscellen) en darmen
Immature dendritische cellen onderdrukken T-celimmuniteit => perifere tolerantie
Leg uit : T lymfocyten
Cellulaire immuniteit
T-helper lym, cytotoxische T-lym en regulerende T-lym
Leg uit : B lymfocyten
productie van Ig => humorale immuniteit
B-lymf herkennen en binden antigenen => bij activatie omvorming tot plasmacellen die Ig aanmaken (vooral in beenmerg en lymfoïde organen)
Natural Killer Cellen
Grove basofiele korrels
=> cellen lyseren zonder herkenning antigen
gemedieerd door Ig die met Fc -receptor op NK-cel bindt (ADCC)
NK-receptoren binden op HLA en andere verwante antigenen
Normale cellen hebben bescherming door KIR (Killer cel immunoglobulin-like receptor) die op HLA bindt.
HLA moleculen op cel verminderen bij viraal geinfecteerde of tumoraal omgevormde doelwitcellen. => onderdrukkende werking van KIR daalt
LEVENSDUUR BC
Alle BC => terminale cellen (behalve lymfocyten)
N. Granulocyten : 10 uur in perifeer bloed, 4-5 dagen in weefsel
Monocyten: 20-40 uur in perifeer bloed, maanden of jaren in weefsel
Lymfocyten : grote variatie
Differetiatie Hematopoietische Stamcellen
Lymfoide multipotente stamcellen
=> T- en B-celprogenitoren
=> NK-celprogenitoren
T-celprogenitor > T-lymfocyt (oiv thymus)
B-celprogenitor > B-lymfocyt => plasmacel (oiv beenmerg)
Multipotente gemengde myeloide progenitoren
(CFU-GEMM) (granulo,erytro,macrofaag,megakaryocyten (bloedplaatjes))
CFU-GEMM differentiatie
BFU-E => CFU-E =>=> erytrocyten
CFU-GM => granulocyten (CFU-G) en monocyten/macrofagen (CFU-M)
CFU-Eo => eosinofielen
CFU-Baso => basofiele granulocyten
CFU-Meg => megakaryocyten =>=> bloedpaatjes
CFU-G differentiatie
myeloblast => promyelocyt => myelocyt=> metamyelocyt => granulocyt
Deling stopt bij metamyelocyt
CFU-M differentiatie
Monoblast => promonocyt => monocyt
CFU-E differentiatie
proerytroblast =>basofiele erytroblast => polychromatofiele erytroblast => acidofiele erytroblast =>reticulocyt => RBC
CFU-Meg
Megakaryoblast=>promegakaryocyt=>megakaryocyt
Beenmerg gekenmerkt door endomitose
Bloedplaatjes worden gekenmerkt door afbrokkeling van cytoplasma van megakaryoblast
Betekenis Myeloid
Niet-lymfoid, dus afkomstig van CFU-GEMM
Geef de vier hematopoietische groeifactoren
G-CSF => stimuleert vooral CFU-G
M-CSF=> werkt vooral in op CFU-M
GM-CSF => stimuleert vorming gran. en mono.
werkt in op niveau van CFU-GEMM en CFU-GM
Interleukine 3 (multi-CSF) => stimuleert verscheidene BC
werkt vooral in op CFU-GEMM
Wat zijn interleukines?
Eiwitten die meestal door een WBC worden geproduceerd en een invloed uitoefenen op andere WBC.
IL-1
IL-1 :geproduceerd door monocyt en macrofaag => inflammatoire cytokine, endogene pyrogeen
T-lymfocyten activeren, stimulatie endotheliale cellen en fibroblasten tot productie van G-CSF,M-CSF,GM-CSF en IL-6
IL-2
Geproduceerd door geactiveerde T-lymfocyten,
onderhoudt proliferatie van T-lymf en NK cellen
IL-3
Geproduceerd door geactiverde T-lymfocyten en werkt in op niveau van CFU-GEMM
IL-5
Geproduceerd door geactiverde T-lymfocyten, werkt in thv CFU-Eo
stimuleert prolif en differentiatie van B-Lymf (BCGF II)
IL-7
Geproduceerd door stromale van het beenmerg en thymus en stimuleert proliferatie van vroege T en B lymf
Welke groeifactoren komen tussen om de stamcellen van Go naar G1 te brengen?
G-CSF, Steel-factor, c-kit ligand KL, flt-3 ligand FL, Trombopoietine (Tpo), leukemia inhibitory factor LIF, IL-6,11,12
THV de delende stamcel en CFU-GEMM werken volgende groeifactoren
IL-3, GM-CSF, SCF (Steel-factor)
THV de monopotente progenitoren werken welke groeifactoren?
G-CSF voor CFU-G M-CSF voor CFU-M erytropoietine voor late BFU-E en CFU-E IL-5 voor CFU-Eo Trombopoietine voor CFU-Meg
Waar worden EPO en TPO geproduceerd?
EPO:nier
TPO: lever,nier en stromale cellen van het beenmerg
Hoe werkt de post-translationele controlemechanisme bij de vorming van trombocyten?
mRNA expressie in lever en nier is constant => regulatie van trombopoietine gebeurt door opname en verwijdering thv membraan van trombocyten na binding met receptor => verminderde stimulatie CFU-Meg => verminderde vorming bloedplaatjes
Leg constitutieve hematopoiese uit.
Gebeurt in nauw contact met de stromale cellen van het beenmerg.
Stromale cellen produceren cytokines die hema. stamcellen van Go naar G1 brengen : flt-3 ligand en SCF.
TPO heeft ook effect op dit.
Bescherming stamcellen tegen overmatige prikkels => Transforming Growth factor B (TGF-B)
Leg stress hematopoiese uit.
EPO messenger RNA gestimuleerd bij veminderde zuurstofhoeveelheid => stimulatie van de erytroide progenitoren
Granulocyten en monocyten: cytokines die geproduceerd worden bij inflammatoire/infectieuze prikkels zoals IL-1,IL-6, TNF-alfa en G-CSF of GM-CSF stimuleren