Hoofdstuk 1-5 Flashcards

1
Q

Syntaxis

A

De syntaxis is de verzameling van tekens die samen constructies vormen en structuur geven aan een taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Semantiek

A

Semantiek is de betekenis van een symbool, een woord of een zin in een taal. (0 is letter, getal, cirkel, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eenduidigheid

A

Eenduidigheid betekent dat een bepaald woord of symbool maar één betekenis heeft. Er kan hieromtrent dus geen verwarring ontstaan. Het tegengestelde van eenduidig is ambigu of dubbelzinnig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Programmeertaal

A

Een programmeertaal is een taal om computerinstructies uit te drukken. Ze moet zowel eenvoudig te begrijpen zijn voor mensen, als eenduidig zijn voor het uitvoeren door een computer. (Python)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Compiler

A

Een compiler is een programma dat tekst in een programmeertaal vertaalt naar computertaal met dezelfde betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stroomdiagram

A

Een stroomdiagram is een diagram dat een stappenplan of proces weergeeft. Het is een visuele voorstelling van een reeks instructies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stroomdiagram
oranje

A

Start / Klaar!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stroomdiagram
geel

A

proces / taak

Bereken temperatuur in celcius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stroomdiagram
groen

A

voorwaarde / vraag

celcius < 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stroomdiagram
paars

A

invoer / uitvoer

koude dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stroomdiagram
pijl

A

met ja / nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

letterlijke tekst

A

print(‘ … ‘)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarde om te gebruiken

A

voornaam = input()

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Invoer-uitvoer

A

De interactie tussen computer en gebruiker noemen we invoer-uitvoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Operator

A

Een operator is een (wiskundig) symbool dat een bepaalde bewerking kan uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Software

A

Software duidt de verzameling aan van code en gegevens die een computerprogramma vormen.

17
Q

Besturingssysteem

A

Het besturingssysteem is het programma dat zorgt voor de interactie tussen de verschillende hardwarecomponenten. (iOS, Windows, …)

18
Q

kalender

A

import calendar
jaar = 2021
maand = 9
calendar.prmonth(jaar,maand)

19
Q

Variabele

A

waarden die kunnen veranderen (namen, getallen,…)

20
Q

Type

A

Een type of datatype van een variabele of waarde komt overeen met het soort waarde (bijvoorbeeld tekst of getallen).

21
Q

Type woord

A

string
input()

22
Q

Type getal

A

integer
int(input())

23
Q

Type kommagetal

A

float
float(input())

24
Q

+

A

+

25
Q

-

A

-

26
Q

macht

A

**

27
Q

maal

A

*

28
Q

:

A

/

29
Q

,

A

.

30
Q

groter dan / kleiner dan

A

> / <

31
Q

groter dan of gelijk aan / kleiner dan of gelijk aan

A

> = / <=

31
Q

1 is niet gelijk aan 2

A

!=

32
Q

1 is gelijk aan 2

A

==

33
Q

bool

A

Het type bool is een type met precies twee verschillende mogelijke waarden: True en False.

34
Q

Voorwaardelijke code

A

Voorwaardelijke code is een stukje code dat zich verschillend gedraagt naargelang er aan een bepaalde voorwaarde voldaan is of niet.

if voorwaarde:

elif voorwaarde:

else:

35
Q

//

A

Resultaat deling is zonder restwaarde

10 // 3 = 3

36
Q

%

A

Geeft de rest weer

10 % 3 = 1

37
Q

x = True
y = False

Of

A

Resultaat = x or y
True

38
Q

x = True

Niet

A

Resultaat = not x

False