Hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
Ionbinnding voorbeelden
A
Nacl, Kbr, CaO
2
Q
Covalente binding voorbeeld
A
O2, h2o, Nh3, so2
3
Q
Wat is een ionbinding
A
Metaal+ niet metaal
4
Q
Wat is covalente binding
A
Niet metaal+ niet metaal
5
Q
Soorten niet organisch
A
Co2, Co, carbonaat( co3²‐), blauwzuur, diamant
6
Q
Naamgeving
A
2× is di, 3× tri, 4× tetra
7
Q
Wat is een Enkele binding
A
Sigma binding
8
Q
Wat is een dubbele binding
A
Pi-binding
9
Q
Alcohl
A
Oh
10
Q
Carbonzuur
A
Ooh
11
Q
Wat is ketenisomerie
A
Een brutoformule die meerdere ketens of vormen kan aanemen