hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

microbiologie

A

heet vakgebied dat MO bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cyanobacteriën

A

eerste luchtvervuilers die zorgde voor zuurstof in onze oorspronkelijke atmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

micro organismen zijn

A

kleine levende wezens die zo klein zijn dat ze enkel met de microscoop bezichtigd kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MO in groepen

A

bacterien, algen, protozoa, fungi en virussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prokaryote organismen

A

ze bevatten geen kern en geen membraan omgeving organellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

grote eukaryote

A

1-200 µm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prokaryoten (bacteriën) grote

A

0,3-2µm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

virussen grote

A

0,015 -0,2 µm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eukaryoten

A

deze cellen bevatten een kern en membraammgeven celorganellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

virussen

A

deze hebben geen celstructuur. ze bestaal uit dna dat omgeven is door een eiwitmantel. Ze zijn ook geen levende wezens want ze kunnen niet zelfstandig voorplanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschillen tusssne prokaryoten en eukaryoten

A

zie dia 19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

taxonomie

A

organismen die gaan groeperen aan de hand van achtergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

endosymbiosche-theorie

A

het onstaan van celorganelllen doordat prokaryoten zijn gaan leven in een eukaryote cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

naam MO

A

eerste naam wijst op het geslacht en de tweede naam op de soortnaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

morfologie

A

het bestuderen van de inwendige en uitwendige structuur van het organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

serologie

A

hier wordt nagekeken met welke antistoffen de bestrokken bacterie reageert