hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Eigenschappen geneesmiddel

A

Elk bestandsdeel, bereiding/samenstelling met preventieve of genezende eigenschappen.
Voor mens/dier
Inwendig/uitwendig gebruik
Preventieve en curatieve GM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Preventief

A

Ter voorkoming van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Curatief

A

Ter genezing van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Farmacologie

A

kennis van de werking van geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Farmacotherapie

A

geneeswijze door middel van een geneesmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toedieningsweg

A

op welke manier komt het GM in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

toedieningsvorm

A

wat is de vorm van het geneesmiddel (tablet,suppo,crème,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vroegere toedieningsweg

A

inwendig en uitwendig gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

toedieningsweg (nu)

A

lokale en systemische geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lokale geneesmiddelen

A

GM toedienen direct op de plaats van werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systemische geneesmiddelen

A

GM via de bloedsomloop naar de plaats waar het moet werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cutaan

A

via de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inhalatie

A

via de luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

slijmvliezen

A

via ogen,oren,nasaal,vaginaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tracheaal

A

inhalatie via de luchtpijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nasaal

A

inhalatie via de neus

17
Q
A