Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Wat voor producten brachten handelaren

A

Ruwe katoen en suiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat deden ze als het winter werd

A

Dan wilden ze extra verdienen, en hielp het hele gezin mee met een spinnenwiel sponnen ze draden van de ruwe katoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat maakte ze van die draden?

A

Van die draden maakte ze lappen stof (textiel) op een weefgetouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurde er als de lappenstof klaar waren?

A

Dan kwam de koopman ze ophalen en liet hij ze door ambachtslieden verven. Dat werd verkocht aan kleermakers en aan mensen die zelf hun kleren maakten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstonden de kleine bedrijfjes

A

Doordat boeren en ambachtslieden eerst alleen in de winter bepaalde dingen deden en later het hele jaar door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet het als je boeren/ambachtslieden thuis laat werken

A

Huisnijverheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noemen ze de periode die in dit hoofdstuk begint

A

Moderne tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was een belangerijke oorzaak in de moderne tijd

A

De stoommachines die kwamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet het 8e tijdvak

A

De tijd van burgers en stoommachines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoelang duurde het tijdvak van burgers en stoommachines

A

Van 1800 tot 1900

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat deden mensen om een spinnenwiel en een weefgetouw in beweging te krijgen

A

Ze gebruikte hun eigen spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rond welk jaar werd een nieuwe energie ondekt

A

Rond 1780 in het verenigd koninkrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe lieten ze in het verenigd koninkrijk iets bewegen

A

Ze gebruikte de kracht van stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Met wat voor machine lieten ze grote weefgetouwen en spinnenwielen en andere apparaten werken

A

Met een stoom machine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom konden veel ondernemers geen grote apparaten nemen?

A

Omdat er geen plek voor was in hun huis of kleine bedrijfje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar stonden fabrieken meestal

A

Bij plekken waar steenkool en ijzer werd gevonden

17
Q

Waar was ijzer voor nodig

A

Voor stoommachines te maken

18
Q

Waar was steenkool voor nodig

A

Als energie bron

19
Q

Wie bedacht een stoom machine die op rails kon rijden

A

De britte (stoomtrein)

20
Q

Wat werden allemaal met een stoomtrein veroer?

A

Mensen , producten en grondstoffen

21
Q

Welke eeuw liep de republiek voorop

22
Q

Waarom deed het land de 18e eeuw niet meer mee

A

Omdat je ijzer en steenkool nodig had voor stoommachines maar er was geen genoeg geld daar door door de oorlog.

23
Q

Welk jaar kwam de trein

24
Q

Wanneer was Willem V naar engeland gevlucht

A

Na de bataafse revolutie

25
Q

Welk jaar werd willem gevraagd koning te worden

26
Q

Van welk land werd konint willem I koning

27
Q

Uit welke staat bestond het

A

Nederland, de kolonies in azie en midden amerika

28
Q

Wat liet willem bouwen

A

Bruggen, spoorlijnen aanleggen en kanalen graven

29
Q

Wat zorgde voor verandering

A

Industrialisering

30
Q

Waarom wilde werkgevers goedkoop produceren

A

Om veel winst te maken

31
Q

Waarom werd de relatie van een maneger en iemand die in een fabriek werkt onpersoonlijk

A

Omdat er veel mensen werkten en ze niet even goed iedereen kende

32
Q

Hoe word een grote verandering genoemd?

A

Een revolutie

33
Q

Welke grote veranderingen kwamen er

A

Handarbeid, machines, manier van produceren

34
Q

Welke producten werden gebruikt voor grondstoffen

A

Katoen, suiker, rubber, tin en olie

35
Q

Ze wilden hun eigen geloof en taal verspreiden

36
Q

Hoe heet de ontwikkeling van nieuwe gebieden verbeteren

A

Europeaniseren

37
Q

Wie hadden dankzij de industrie de beste wapens en stoomschepen

A

De europanen

38
Q

Imperialisme

A

Hoe heet het uitbreiden van een gebied en macht