Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Antigeen

A

Lichaamsvreemde stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antilichaam

A

Antistof die door het lichaam wordt aangemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Antisepsis

A

Werkwijze om besmetting met micro-organisme te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Causale therapie

A

Behandeling die de oorzaak van de ziekte of ontsteking aan te pakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chronisch

A

Mild en lange tijd bestaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Curatieve therapie

A

Behandeling om een ziekte of ontsteking te genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

iatrogeen

A

Door medisch handelen veroorzaakt (bijv bijwerkingen van medicijnen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Letaal

A

Dodelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opportunist

A

Micro-organisme die zonder verschijnselen in de gastheer is maar toeslaat bij een verlaagde weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Subklinisch

A

Ziekteverloop zonder merkbare verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SWAB

A

stichting werkgroep antibiotica beleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vector

A

Voorwerp of materiaal dat onderdeel is van de besmettingsroute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Virulentie

A

Aanvalskracht van een micro-organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly