HOODSTUK 2 Flashcards

1
Q

Bouw van een atoom beschrijven

A
  • protonen en neutronen zitten in de kern
  • om de kern heen zitten schillen
  • eerste rondje is de k schil daar zitten 2 elektronen in
  • 2de rondje heet de L schil hier zitten 8 elektronen in
  • 3de rondje heet de m schil hier kunnen max 18 elektronen in
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

begrip atoomnummer en massagetal

A
  • atoomnummer: aantal protonen in de kern
  • Massagetal: aantal protonen en neutronen bij elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bouw van perodiek systeem beschrijven

A

groep 1: alikalmetalen
groep 17: hallogeen
Groep 18 edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

begrippen positief ion, negatief ion.

A
  • positief ion
    altijd een + lading en dat komt omdat er elektronen zijn afgestaan
  • negatief ion
    altijd een negatieve lading dat komt omdat er elektronen zijn opgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

valente elektroon

A

buitenste schil waarin elektronen + afstaan en opgenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

metaalionen

A

metaalionen: metalen + geladen en als een atoom + geladen is betekent het dat er minder elektronen zijn afgestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mol

A

een mol is een hoeveelheid stof, uitgedrukt in een aantal deeltjes. een mol is een pakketje an 6,02 x 10 23 deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly