Homonyms Flashcards
1
Q
Path (a1)
A
Pad
2
Q
Toad (a1)
A
Pad
3
Q
Justice (a2)
A
Gerecht
4
Q
Dish / Meal (a2)
A
Gerecht
5
Q
Arm (a3)
A
Arm
6
Q
Poor (a3)
A
Arm
7
Q
Net (a4)
A
Net
8
Q
Civilized / Proper (a4)
A
Net
9
Q
To please (a5)
A
Bevallen
10
Q
Being in labor (a5)
A
Bevallen
11
Q
Bank (a6)
A
Bank
12
Q
Couch (a6)
A
Bank
13
Q
To dig (a7)
A
Graven
14
Q
Counts (of high status) (a7)
A
Graven
15
Q
Male cat (a8)
A
Kater
16
Q
Hangover (a8)
A
Kater
17
Q
Cup (a9)
A
Kop
18
Q
Head of an animal (a9)
A
Kop
19
Q
Copper (b1)
A
Koper
20
Q
Buyer (b1)
A
Koper
21
Q
Pillow (b2)
A
Kussen
22
Q
To kiss (b2)
A
To kiss
23
Q
Light (not dark) (b3)
A
Licht
24
Q
Light (not heavy) (b3)
A
Licht
25
To appoint a new head of department (b4)
Iemand aanstellen
26
To exaggerate (b4)
Zich aanstellen
27
Earth (b5)
Aarde
28
Soil (b5)
Aarde
29
Bait (b6)
Aas
30
Ace (b6)
Aas
31
Local (b7)
Lokaal
32
Classroom (b7)
Lokaal
33
To finish something (b8)
Afmaken
34
To kill (b8)
Afmaken
35
To humiliate (b8)
Afmaken
36
A greek hero (b9)
Ajax
37
A Greek heroine (c1)
Amazone
38
Job (c2)
Baan
39
Lane (c2)
Lane
40
Seeds (c3)
Pitten
41
Sleeping (slang) (c3)
Pitten
42
Council (c4)
Raad
43
Counsel (c4)
Raad
44
Siren (sea) (c5)
Sirene
45
Siren (ambulance)(c5)
Sirene
46
Lock (c6)
Lock
47
Castle (c6)
Castle
48
Test (c7)
Toets
49
Key (on the keyboard or button) (c7)
Toets
50
Keyboard (c7)
Toestsenbord
51
Frost (c8)
Vorst
52
King / Queen (c8)
Vorst
53
Weather (c9)
Weer
54
Again (c9)
Weer
55
To arrive (d1)
Aankomen
56
To gain weight (d1)
Aankomen
57
Tipsy (d2)
Aangeschoten
58
Being shot (d2)
Aangeschoten
59
To bake (d3)
Bakken
60
Containers (d3)
Bakken
61
Image (d4)
Beeld
62
Sculpture (d4)
Beeld
63
Cup (d5)
Beker
64
Trophy (d5)
Beker
65
Polite (d6)
Beleefd
66
Experienced (d6)
Beleefd
67
Group of criminals/gang (d7)
Bende
68
A mess (d7)
Bende
69
Blow (d8)
Blaas
70
Bladder (d8)
Blaas
71
A can (d9)
Blik
72
A look (d9)
Blik
73
Flower (e1)
Bloem
74
Flour (e1)
Bloem
75
Books (e2)
Boeken
76
To book (e2)
Boeken
77
Messages (e3)
Boodschappen
78
Groceries (e3)
Boodschappen
79
Message (e3)
Bericht
80
Plate (e4)
Bord
81
Sign (e4)
Bord
82
Citizen (e5)
Burger
83
Hamburger (e5)
Burger
84
Dams (e6)
Dammen
85
to play checkers (e6)
Dammen
86
Stupid/dumb (e7)
Dom
87
Big Cathedral (e7)
Dom
88
Cathedral (e7)
Kathedraal
89
Drunk (e8)
Dronken
90
Drank (e8)
Dronken
91
To take (a certain amout of time) (e9)
Duur
92
Expensive (e9)
Duur
93
Time period (e9)
Tijdsduur
94
Acorn (f1)
Eikel
95
Jerk (f1)
Eikel
96
Narrow (f2)
Eng
97
Scary (f2)
Eng
98
Ankle (f3)
Enkel
99
Only (f3) En...
Enkel
100
Only (f3) Sl...
Slecths
101
Only (f3) Al...
Alleen
102
Even (f4)
even
103
For a small moment (f4)
even
104
Donkey (f5)
Ezel
105
Easel (f5)
Ezel
106
Equal (f6)
Gelijk
107
Immediately (f6) G...
Gelijk
108
Immediately (f6) M...
Meteen
109
In common (f7)
Gemeen
110
Mean (not nice) (f7)
Gemeen
111
Common (f7)
Gemeschappelijk
112
Sex/gender (f8)
Geslacht
113
Slaughtered/Butchered (f8)
Geslacht
114
To slaughter/butcher (f8)
Slacheten
115
The butcher (f8)
De slager
116
Danger (f9)
Gevaren
117
Sailed/boated (f9)
Gevaren
118
To sail/ to boat (g1)
Varen
119
Fern (the plant) (g1)
Varen
120
Hair (g2)
Haar
121
Her (g2)
Haar
122
Herring (g3)
Haring
123
Stake (for a tent) (g3)
Haring
124
Hot (g4)
Heet
125
Name is (g4)
Heet
126
Have to (g5)
Hoeven
127
Hoofs (g5)
Hoeven
128
Hope (g6)
Hoop
129
Heap/pile (g6)
Hoop
130
Een hoop (g6)
A lot of/many
131
Yacht (g7)
Jacht
132
Hunt (g7)
Jacht
133
Head of a cat (g8)
Kattenkop
134
Nasty, snarky girl (g8)
Kattenkop
135
That's true (g9)
Dat klopt
136
He's knocking on the door (g9)
Hij klopt op de deur
137
Hug (h1)
Knuffel
138
Stuffed Animal (h1)
Knuffel
139
Crane (h2)
Kraan
140
Faucet/tap (h2)
Kraan
141
Crabs (h3)
Krabben
142
To startch (h3)
Krabben
143
Coast (h4)
Kust
144
He kisses (h4)
Hij kust
145
Land (h5)
Land
146
Country (h5)
Land
147
Lessons (h6)
Lessen
148
To quench your thirst (h6)
Je dorst lessen
149
Lift / Elevator (h7)
Lift
150
Hitchhie (h7)
Lift
151
Frame (h8)
Lijst
152
List (h8)
Lijst
153
Destiny (h9)
Lot
154
Lottery ticke(h9)
Lot
155
Measurement (i1)
Maat
156
Mate (i1)
Maat
157
To stay in tune (i1)
In de maat blijven
158
My (i2)
Mijn
159
Mine (i2)
Mijn
160
My mine (i2)
Mijn Mijn
161
Mist/fog (i3)
Mist
162
he misses (i3)
Hij mist
163
Monster (i4)
Monster
164
Sample (i4)
Monster
165
Coin (i5)
Munt
166
Mint (i5)
Munt
167
Peppermint (i5)
Pepermunt
168
Heads or tails (i5)
Kop of munt
169
Older (i6)
Ouder
170
Parent (i6)
Ouder
171
To pee (i7)
Plassen
172
Ponds (i7)
Plassen
173
Price (i8)
Prijs
174
Prize (i8)
Prijs
175
Role (i9)
Rol
176
Roll (i9)
Rol
177
Rose (j1)
Roos
178
Dandruff (j1)
Roos
179
Bullseye (j1)
Roos
180
Window (j2)
Ruit
181
Diamond - in cards (j2)
Ruit
182
Big bowl (j3)
Schaal
183
on a (Scale) of (j3)
Schaal
184
Screens (j4)
Schermen
185
Fencing (the sport) (j4)
Schermen
186
Shot (j5)
Schoot
187
To sit on someone's lap (j5)
Op schoot zitten
188
Sleep (j6)
Slaap
189
Temple (body part) (j6)
Slaap
190
Snake (j7)
Slang
191
Hose (j7)
Slang
192
Sum (j8)
Som
193
Math problem (j8)
Som
194
Dust (j9)
Stof
195
Fabric (j9)
Stof
196
Vacuum cleaner (dust sucker) (j9)
Stofzuiger
197
Broken (k1)
Stuk
198
Price (k1)
Stul
199
Broken (k1)
Kapot/gebroken
200
Sign (k2)
Teken
201
Draw (k2)
Teken
202
Ticks (k2)
Teken
203
Kick (k3)
Trap
204
Stairs (k3)
Trap
205
I kick the stairs (k3)
Ik trap de trap
206
Mess (k4)
Troep
207
Troop (k4)
Troep
208
Editon (k5)
Uitgave
209
Spending (k5)
Uitgave
210
Subject (k6)
Vak
211
Expertise (k6)
Vak
212
Compartment (k6)
Vak
213
Mean (k7)
Vals
214
Off key (in music) (k7)
Vals
215
Cheating (in a game) (k7)
Valsspelen
216
Fresh (k8)
Vers
217
Verse (k8)
Vers
218
Away/gone (k9)
Weg
219
Way/road (k9)
Weg
220
The road is gone (k9)
De weg is weg
221
To soak (l1)
Weken
222
Weeks (l1)
Weken
223
Wind (l2)
Wind
224
Fart (l2)
Wind
225
Sat (l3)
Zat
226
Drunk (l3)
Zat
227
I've had enough of this (l3)
Ik ben het zat
228
Very (l4)
Zeer/heel
229
Hurt (l4)
Zeer/pijn
230
It hurts a lot (l4)
Het doet heel zeer
231
Sentence (l5)
Zin
232
Meaning (of life) (l5)
Zin
233
It's no use (l5)
Het heeft geen zin
234
I don't feel like it (l5)
Ik heb er geen zin in
235
Meaning (of a word)
Betekenis
236
Too bad/waste (l6)
Zonde
237
Sin (l6)
Zonde
238
What a waste (l6)
Wat zonde
239
He is commiting a sin (l6)
Hij begaat een zonde
240
Ulcers (l7)
Zweren
241
To swear (oath, not cursing) (l7)
Zweren
242
Cursing
Vloeken
