Homeostase Flashcards
Verschillende mechanismen warmteafgifte
Straling (radiatie), geleiding (conductie), stroming (convectie), verdamping (evaporatie)
Effecten van sympathische activiteit
verhoogde bloedflow naar spieren, hart en bijnieren
verlaagde bloedflow naar andere organen
relaxatie van spieren in bronchiën
verhoogde geleidingssnelheid en contractie van hartspier
Perifere thermosensoren
in huid, meten lokale temperatuurverandering, hebben warmte en kou receptoren (specifieke ion-kanalen)
Tonische en fasische respons
Tonisch: vuurt als temp gelijk blijft en geeft hoogte van temp aan. Bij kou werken ze minder.
Fasisch: vuurt wanneer er een verandering is. Bij kou werken ze meer.
Centrale thermosensoren
Bij hypothalamus, in de area preoptica
Verloop van koorts
Ontsteking leidt tot productie van pyrogene cytokines, die produceren prostaglandine E, de warmtegevoeligheid van centrale thermosensoren veranderen, warmtegevoelige neuronen worden uitgezet, setpoint van het lichaam gaat omhoog
Positieve feedback
Negatieve feedback
Treedt op wanneer het product een stimulerende werking heeft op zijn eigen regelkring (outcome proces verhogen).
Komt vaak voor als waarden constant moeten blijven, kaliumkanalen worden geactiveerd door depolarisatie maar veroorzaken zelf repolarisatie (outcome proces verminderen).