hoeveelheid elektriciteit. Symbool.eenheid.symbool Flashcards

Q-Ampereseconde-Symbool

1
Q

hoeveelheid elektriciteit. Symbool.eenheid.symbool

A

Q/Ampereseconde/As

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeveelheid elektriciteit. Symbool.eenheid.symbool

A

Q/Coulomb/C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stroomsterkte Symbool.eenheid.symbool

A

I/Ampere/A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spanning Symbool.eenheid.symbool

A

U/Volt/V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Elektrische weerstand Symbool.eenheid.symbool

A

R/OHM/Ω

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tijd Symbool.eenheid.symbool

A

t/Seconde/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt in de verbruiker

A

In de verbruiker wordt elektrische energie, die de elektrische stroom meebrengt, omgevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef 4 voorbeelden van een verbruiker

A

De verbruiker kan een lamp, een boormachine, een strijkijzer, een tv, een video,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn geleiders

A

als een atom geeft elektronen van de buitenste makkelijk vrij dan spreken wij van een geleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn isolators

A

isolators zijn atomen waarvan de elektronen van de buitenste schil sterk aan hun kern gebonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef drie voorbeelden van geleiders

A

aluminium
koper
lood
goud
nikkel
platina
ijzer
zilver
zink
chroom
tin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef drie voorbeelden van isolators

A

droge lucht
zuiver water
glas
mica
olie
papier
kwarts
porselein
steatiet
bakeliet
rubber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is elektrische stoorm

A

een elektrische stroom is een beweging van elektrische lading, in het bijzonder een verplaatsing van elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat moet aanwezig zijn voor elektrische stroom te laten vloeien

A

een elektrische stroom kan maar vloeien als er een spanningsbron met een inwendige spanning aanwezig is en als daarbij de stroomkring volledig gesloten is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het hoeveelheid elektriciteit

A

Een stroomsterkte van 1 ampère die gedurende een tijd van 1 seconde vloeit, verplaatst een hoeveelheid elektriciteit van 1 ampèreseconde (1 As) of 1 coulomb (1 C).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de wet van Farady

A

De Wet van Faraday veralgemeent het voorgaande begrip. Een stroomsterkte van ampère die gedurende seconden vloeit.

17
Q

wat is de Wet van OHM

A

De Wet van Ohm geeft het wiskundige verband tussen de spanning, de stroomsterkte en de weerstand van een elektrische stroomkring.

18
Q

wat is rendement

A

het is de verhouding tussen nuttig afgegeven en toegevoerd vermogen

19
Q

voorbeelden van het joule effect

20
Q

wat is het joule effect

A

het is de elektrische energie die per second in warmte wordt omgevormd

21
Q

omscrijf de wet behoud van energie

A

je kan niet energie opwekken en tenietdoen. je kan alleen energie omvormen

22
Q

difinitie resistiviteit