HOE WORDT DE RESERVATAIRE ERFGENAAM BESCHERMD? Flashcards

1
Q

Wat is de globale reserve?

A

Voor de reservataire erfgebamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschikbaar deel

A

Met dit kan de erflater alles doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van wat is rekenboedel opgemaakt?

A

Globale reserve eb beschikbaar deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Globale reserve = helft rekenboedel (“fictieve massa”)

A

 1 kind individuele reserve per kind is 1/2
 2 kinderen individuele reserve per kind is 1/4
 3 kinderen individuele reserve per kind is 1/6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat indien de globale reserve in samenloop is met de LLE

A

Scenario 1. Vruchtgebruik LLE op hele nalatenschap:

 Reserve van de kinderen wordt herleid tot blote eigendom
 Uitzondering: schenkingen in volle eigendom aan kinderen als voorschot op erfdeel
 >< Schenking van blote eigendom  wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik LLE (WTOV)

Scenario 2. Vruchtgebruik LLE testamentair beperkt door erflater

Indien erflater volle eigendom schenkt aan zijn kinderen dan heeft LLE geen VG op de nalatenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omvang van de reserve van LLE

A

Combinatie van
1. Abstracte reserve helft rekenboedel in vruchtgebruik (art. 4.147, §1 BW)
(=kwantitatieve reserve)

  1. Concrete reserve vruchtgebruik (=kwalitatieve reserve)

(en recht op huur) van de gezinswoning
en huisraad (art. 4.147, §2 BW)
 Ook als ze hierdoor meer krijgt dan VG op
helft rekenboedel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Werking van de reserve gaat in 3 fasen

A

1: Vormen van de rekenboedel
2: Giften aanrekenen, hetzij op reserve, hetzij op beschikbare deel
3:Giften die beschikbare deel overschrijden inkorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe rekenboedel bepalen? stap 1

A

Stap 1. Aanwezige/bestaande goederen
Stap 2. Aftrek schulden
Stap 3. Schenkingen “fictief” bijtellen
Stap 4. Vaststellen omvang reserve en beschikbaar deel
Stap 5. Aanrekening giften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

STAP 1. AANWEZIGE OF BESTAANDE GOEDEREN

A

Goederen in vermogen van erflater op dag van overlijden
Waarde op de dag van overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stap 2. Aftrek van schulden

A
  1. Schulden van de erflater
     Openstaande schulden bij overlijden
     Aandeel schulden ontbonden
    huwgemeenschap
     Schulden tegenover huwgemeenschap
    (bv. vergoedingsrekening)
     Schulden t.g.v. verrekenbeding t.v.v.
    echtgenote

PLUS

  1. Lasten van de nalatenschap
     Begrafeniskosten, kosten verzegeling,
    inventaris, V&V
     Kosten legaatsafgifte (art. 4.205 BW), tenzij
    ze reserve aantasten
     Onderhoudsvorderingen t.l.v. nalatenschap
     Aan LLE (art. 205, §1 oud BW)
     Aan ascendenten (art. 205bis, §2 oud
    BW)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stap 3.Schenkingen bijtellen

A
  1. Alle schenkingen
     Ongeacht vorm, m.u.v. gebruikelijke geschenken
     Ongeacht begiftigde
     Ongeacht (vrijstelling van) inbrengverplichting
     Ongeacht verzaking aan inkorting
  2. “Onvolkomen” huwelijksvoordelen (Art. 2.3.57 en Art. 2.3.58 BW)
     Cfr. Deel Relatievermogensrecht
     Formeel geen schenking, maar wel inkortbaar en dus meetellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stap 4. Vaststellen reserve en beschilbaar deel

A

Globale reserve: Gelijk te verdelen tussen kinderen
Beschikbaar deel: Vrij te besteden aan giften door erflater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rekenboedel vormen is niet nodig indien

A

Erflater geen giften deed

Erflater enkel giften deed t.v.v. kinderen als voorschot op erfdeel:
Regels inbreng (supra deel I) blijven wel steeds relevant!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AANREKENING VAN SCHENKINGEN:AANREKENEN OP GLOBALE RESERVE OF BESCHIKBAAR DEEL

A

Principe: aanrekenen op beschikbaar deel, tenzij voorschot op erfdeel aan reservataire erfgenaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat op globale reserven aanrekenen?

A

 Gift aan afstammeling reservataire erfgenaam als
voorschot op erfdeel
 Inbrengverplichting
 Ook bij plaatsvervulling wegens
vooroverlijden/gelijktijdig overlijden, verwerping of
onwaardigheid (zie voorbeeld hierna)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat indien de globale reserve wordt overschereden?

A

Tekort aanrekenen op beschikbaar deel

16
Q

Wat op beschikbaar deel aanrekenen?

A

Gift aan niet-reservataire erfgenaam:
 aan derde (bv. onwaardige, verwerper,
iemand die niet tot nalatenschap komt)
 aan niet-erfgerechtigde (aan)verwanten (bv.
stiefkind of kleinkind)
 aan niet-reservataire erfgenaam (bv. LLP)

Gift aan reservataire erfgenaam die van
inbreng zijn vrijgesteld:
 aan afstammeling-reservataire erfgenaam
(buiten erfdeel)
 aan LLE (nooit inbrengplichtig!)

Beschikbaar deel overschreden?
 Gift inkortbaar

17
Q

VOLGORDE VAN AANREKENING

A

Aanrekenen in volgorde waarin ze zijn toegekend, te beginnen met de oudste

18
Q

Giften die beschikbaar deel overschrijden inkorten

A

Er is aanleiding tot inkorting indien:
 …van een schenking: als aangerekende schenking het beschikbaar deel overschrijdt
 …van een legaat: als na aanrekening van de schenkingen het beschikbaar deel niet
meer volstaat om de legaten uit te keren

19
Q

Twee types inkorting:

A

1.Schenkingen: inkorting in waarde = waarde deel schenking dat beschikbaar deel overschrijdt terugbetalen aan reservataire erfgenamen
2. Legaten: inkorting in natura = afzien van uitkering legaat

20
Q

wie vraagt inkorting

A

Op vraag van reservataire erfgenamen (art. 4.151 BW)
 Individueel recht
 Deelbaar recht
 Persoonlijk recht

21
Q

hoe inkorten

A

In omgekeerde volgorde van aanrekening (“van nieuw naar oud”)

  1. Legaten (art. 4.155, tweede lid BW)
     Proportioneel
    Uitzondering: de erflater bepaalt volgorde van inkorting (art. 4.155, derde lid BW
22
Q

 Inkorting in waarde, tenzij

A
  1. Legaten ten voordele van een derde (art. 4.150, vierde lid BW): worden niet (volledig) uitgekeerd
  2. Op vraag van begiftigde (art. 4.150, tweede lid BW)
23
Q

Wat als inkortingsplichtige insolvent is

A

Heeft er niks mee te maken

24
Q

Hoe gebeurt inkorting in waarden.

A

 Door een derde: betaling geldsom aan reservataire erfgenamen
 Door een erfgenaam: bij mindere ontvangst of – voor het eventuele surplus - door betaling geldsom

Insolventie is het risico van de schuldeiser (de reservataire erfgenaam)
Uitzondering: beperkt verhaal tegen de derde-verkrijger (art. 4.156, §2 BW)

Voorwaarden 1. De inkortingsplichtige is uitgewonnen
2. Derde-verkrijger kreeg het goed om niet
3. Reservataire erfgenaam heeft niet toegestemd met schenking