HOC 1 Flashcards

1
Q

Geef de 2 epistomologische stromingen

A

Positivisme en interpretivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is positivisme

A

Natuurwetenschappelijke methodes bij het bestuderen van de sociale relatieit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Descartes

A

Positivisme
Ratio=basis ~ Rationalisme
Werkelijkheid: inherente redelijke en logische structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Auguste comte

A

POSITIVISME- grondlegger
Auguste Comte (1798-1857)
Context: Franse revolutie: verbeteren van samenleving door toepassen van positivistische methoden
Nood aan doorgronden en formuleren van de wetten die de sociale werkelijkheid beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adolphe Quetelet

A

Positivisme - Sociale & demografische ‘wetmatigheden’ -> ‘sociale fysica’
- Geen laboratorium observaties, maar veelvuldige statistische waarnemingen van sociale en demografische aard
- ‘Physique Sociale’: sociologisch systeem waarin statistiek wordt toegepast op menselijke fenomenen
formuleren van sociologische en demografische ‘wetmatigheden’ m.b.t. gewicht (BMI), nataliteit, mortaliteit (o.a. zelfdoding), criminaliteit,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wiener Kreis

A

Logisch positivisme (-neo)
Principes
Extreme groep binnen het positivisme
Aanvaardt alleen wat zintuiglijk waargenomen kan worden (verwerpt non-empirische uitspraken in metafysica, theologie en ethiek) of logische uitspraken als zinvol
Streeft extreem naar empirische en logische verklaringen van de werkelijkheid
Verificationisme: alles moet empirisch te bewijzen zijn
Extreem natuurwetenschappelijk kennisideaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bhaskar

A

Postpositivisme: KRITISCH REALISME
Grondlegger: Bhaskar “Realist Theory of Science” (1975)
Er is een objectieve waarheid, maar de stelling dat deze objectief kan worden gemeten wordt verworpen
Perfecte overeenkomst tussen realiteit en termen bestaat niet

Kritisch ten opzichte van ons vermogen om de wereld met zekerheid te begrijpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kritiek op positivisme: kritisch rationalisme

A

Grondlegger: Karl Popper (1902-1994)
Belangrijke kritiek op het positivisme
Weerlegging klassieke model van wetenschap als proces van observatie en inductie
Betwist idee dat waarheid van theorieën aangetoond kan worden door observaties (en ze dus definitief verifiëren)
Observatie gebeurt niet in een vacuüm
Wetenschappelijke observatie is nooit compleet objectief, maar steeds afhankelijk van de voorkennis & predisposities van de onderzoeker
Kritiek op inductieve werkwijze
Observaties dienen om theorieën te toetsen en te falsifiëren => verwerping klassiek empirisme
De basis voor hypothesen is theorie en niet empirie
Deductieve weg van wetenschapsbeoefening
Onderzoeker vertrekt van oriënterende theorie -> proposities die hem leiden bij het opzetten van empirische onderzoeksstrategieën en bij de interpretatie van resultaten

Falsificatieprincipe
Theorie kan niet worden bewezen wel getoetst en gefalsifieerd.
Wat zich niet leent tot falsificatie kan niet als wetenschap worden beschouwd
Wetenschappelijke theorieën, en menselijke kennis, zijn hypothetisch
Slechts een enkel tegenvoorbeeld waarvoor de theorie niet opgaat, is beslissend: het toont aan dat de theorie niet juist
Poppers weergave van deze logische asymmetrie tussen verificatie en falsificatie is een van de kernpunten van de wetenschapsfilosofie
=> een theorie kan uitsluitend wetenschappelijk zijn als hij ook falsificeerbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thomas Kuhn

A

Kritiek op Popper
Thomas Kuhn (1922-1996)
Kritiek op veronderstelde gestage groei van wetenschappelijke kennis
Popper blijft binnen raamwerk van zijn voorgangers: wetenschappelijke kennis = resultaat van een rationele en logische onderneming

Kuhn: wetenschap kent geen cumulatieve ontwikkeling maar “epistomologische breuken”

Kuhn: wetenschappelijke zienswijzen < niet door een rationeel maar door een sociaal proces (vb. Wegener)
Wetenschappelijke theorieën vaak geconstrueerd op basis van de heersende sociale gewoonten, vanuit een bepaald paradigma
Paradigma = heersende opvattingen, modellen en theorieën
Voorbeeld:
Geocentrisme -> Heliocentrisme
Newtoniaanse fysica -> quantumfysica
Rational choice theory
Waarheid wetenschappelijke theorieën: niet enkel te maken met overeenkomst met feiten en realiteit
Wetenschappelijke ontwikkeling = cyclisch proces
Normale wetenschap
Anomalieën (problemen die niet worden opgelost vanuit heersende theorie/paradigma)
Crisisperiode (rivaliserende theorie slaagt erin anomalieën te verklaren -> paradigma shift)
Overgang naar nieuw paradigma= wetenschappelijke revolutie en denkkader voor hernieuwd cumulatief “puzzle solving”
Nieuw periode van normale wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lakatos

A

Kritiek op popper Wil twee verschillende visies van Popper en Kuhn op de wetenschap met elkaar in overeenstemming brengen

Falsificatiemethode van Popper is niet sluitend
Niet altijd mogelijk theorieën te testen vb. Einstein
Wanneer een experiment niet de verwachte uitkomst produceert, ligt de fout niet noodzakelijk bij de hypothese, maar mogelijk bij de randvoorwaarden (instrumentarium, methodologische fouten, omstandigheden,…)

Onderzoeksproces = inductie-deductie kringloop
=> integratie van positivistische en Popperiaans standpunt in de epistemologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Weber

A

Economy & Society: toegang tot menselijke wereld van subjectieve betekenis door “verstehen”
Begrijpen van binnenuit, de wereld bekijken door de ogen van de mensen die je onderzoekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Husserl

A

Fenomenologie waar ‘Realiteit’ slechts betekenis krijgt door de subjectieve en creatieve inbreng van actoren
Onderzoeker heeft als doel om toegang te krijgen tot de betekenisgevingsprocessen van de mensen die onderzocht worden (common-sense thinking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Glaser & Strauss

A

Concrete observaties => abstracte en algemene concepten ontwikkeld en samenhangen ondekken
Quasi volstrekt inductief: vertrekt vanuit de realiteit => hoe wordt betekenis gegeven aan situaties, woorden, symbolen, objecten?
Onderzoeker moet zich zo weinig mogelijk laten leiden door bestaande begrippen, hypothesen en theorieën
Theorievorming komt pas na het bestuderen van de sociale werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 ontologische stromingen

A

Objectivisme en constructivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Constructivsme

A
  • Sociale verschijnselen en hun betekenis worden voortdurend geconstrueerd door sociale actoren
  • Realiteit is een sociaal construct
  • Maatschappelijke fenomenen en categorieën worden geproduceerd via sociale interacties
  • En zijn constant in staat van herziening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly