historische context 2 ka´s Flashcards

1
Q

hoe is h aan de macht gekomen

A

moderne propogande- en communicatiemiddelen en vormen massaorganisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

communisme en fascisme

A

totalitaire ideologieen: communisme en fascisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beurskrach

A

economische crisis 1929

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorlog

A

de twee wereldoorlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

jodenvervolging

A

de genocide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

duitsland in nederland

A

de duitse bezetting van Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

na de oorlog

A

de eenwording van europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wapens die duitsland gebruikte

A

verwoesting door massavernietigingswapens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welvaart stijging

A

de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw de aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly