Hiërarchie in het lichaam Flashcards
1
Q
Noem de verschillende stelsels van de mens
A
- Ademhalingsstelsel
- Uitscheidingsstelsel
- Beenderstelsel
- Spierenstelsel
- Spijsverteringsstelsel
- Bloedvatenstelsel
- Zenuwstelsel
2
Q
Wat is een stelsel ?
A
Een stelsel bestaat uit verschillende onderdelen (organen, weefsel en cellen) die samen zorgen voor de uitvoering van taken.
3
Q
Met wat reageert een mens op prikkels ?
A
Met effectoren (spieren en klieren)
4
Q
Wat is een stamcel ?
A
Een cel die in staat is om in andere celtype te veranderen bv een spiercel, huidcel, darmcel,…
5
Q
Welke 3 soorten bloedcellen zijn er ?
A
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes