Hfst 7 Romantiek Flashcards
1
Q
Romantiek:
A
- reactie op het neo classicisme eind 18e eeuw
- franse revolutie
- napoleon breidt zijn macht uit
- vanuit engeland verspreid zich de industiele revolutie
- uitvinding stoommachine leidt tot nieuwe productiemethoden
- gevoel is belangrijk
- groot verschil in klassen
- vlucht naar het verleden
2
Q
Romantiek thema’s :
A
- natuur en natuurbeleving
- oerkrachten van de natuur
- historische gebeurtenissen
- exotische verhalen
- dromen en nachtmerries
3
Q
Romantiek schilderkunst:
A
- schilderachtige werkwijze
- rubenisten
- gevoel en kleur belangrijk
- dynamiek
- grote licht donker contrasten
4
Q
Romantiek schilderkunst thema’s:
A
- dezelfde thema’s als bij romantiek
- drlacroix, goya turner, constable, friedrich, gericault
5
Q
Arts and crafts beweging
A
- william morris oprichter in 1861
- reactie op industriele producten die slecht waren vormgegeven
- machine wordt slechts een hulpmiddel
- ambachtelijke werkwijze, handwerk is belangrijk
- kwaliteitsproducten
- terug grijpen op de middeleeuwen
- mooi vormgegeven prodcuren
- natuur als uitgangspunt
- te duur
6
Q
Bouwkunst romantiek
A
- Vlucht naar het verleden
- neo gotiek en neo barok
- verheerlijking van het ambachtelijke van de middeleeuwen
- electicisme meerdere stijlen verwerkt in 1 gebouw
- weinig vernieuwing
- baseliek sittard in neo-gotische stijl gebouwd in 1883
7
Q
Opera van parijs 1
A
- in 1874 opera gebouw in parijs
- lijkt op een paleis
- ontwerper is charles garnier
- het heet ook wel “paleis garnier”
- in opdracht van napoleon 2
8
Q
Opera van parijs 2
A
- alle domeinen van kunst in elkaar gesmolten in architectuur
- garnier gehele toezicht
- neo barok gecombineerd met renaissance elementen
- interieur groots en belangrijk
- trappartijen en balkons
- sociale contacten en ontmoetingen zijn belangrijk
9
Q
Beeldhouwkunst romantiek
A
- beeldhouwwerken met veel emotie
- veel dynamiek
- grote contrasten
- niet zo fijn afgewerkt
- francois rude, marseille
10
Q
Muziek in de romantiek
A
2 soorten muziek: absolute en programma muziek
11
Q
Absolute muziek
A
- Muziek die geen verband houdt met een buiten muzikaal gegeven
- brahms: harmonische muziek met een volle afwisselende orkestklank
12
Q
Programma muziek:
A
- wil iets buitenmuzikaals uitdrukken, verhalende muziek
- shubert, smetana en list: dromen , gevoelens, natuurbeleving, nationalisme
13
Q
Muziek
A
- symfonieorkest: orkest met een grote bezetting
- veel afwisseling tussen hard en zacht en langzame en snelle muziek
- muzikale zinnen en melodien drijven op gevoel
- klankkleur heel belangrijk
- snaarinstrumenten krachtiger
- blaasinstrumenten soepeler en gevarieerder
- soms met veel ‘geweld’
- shubert: der erlkonig
14
Q
Moldau van smetana
A
- rivier de moldau die van zuid naar noord door tsjechie stroomt
- ervaringen van een bootreis
15
Q
Moldau van smetana thema’s:
A
- Ontspringen van de rivier uit 2 stroompjes
- Rivier zwelt aan
- Jachttafereel
- Boerenbruiloft met polka
- De elfen in de nacht
- Stroomversnelling
- Rivier komt praag binnen
- Water stroomt weg in elbe