hfst 2.2 t/m 2.4 Flashcards

1
Q

tropisch regenwoud klimaat

A

klimaat waarbij de temperatuur altijd hoger is dan 18 °C en het hele jaar door veel regen valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

savanneklimaat

A

klimaat waarbij de temperatuur altijd hoger is dan 18 °C en er een droge en natte tijd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

evenaar

A

de breedtecirkel van 0 °C die de aarde verdeelt in een noordelijk en zuidelijk halfrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gematigd zeeklimaat

A

klimaat waarin het verschil tussen de zomer en winter temperatuur gering is en de neerslag het hele jaar door valt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

invalshoek van de zon

A

de hoek waaronder de zonnestralen het aardoppervlak raken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

klimaat

A

het gemiddelde weer, gemeten over een periode van 30 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

klimaatverandering

A

de geleidelijke verandering van het klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

landklimaat

A

klimaat met een groot verschil tussen de zomer en winter temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maximumtemperatuur

A

de hoogste temperatuur die overdag wordt gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

minimum temperatuur

A

de laagste temperatuur die in de nacht wordt gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pooldag

A

periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet ondergaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

poolklimaat

A

klimaat met vrijwel altijd temperaturen onder nul en sneeuw of ijsbedekking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

poolnacht

A

periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet opkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

steppe klimaat

A

klimaat met hoge temperaturen en weinig neerslag en waardoor de begroeiing beperkt blijft tot gras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toendra klimaat

A

klimaat waarbij zelfs in de zomer de temperatuur niet boven de 10 °C komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

woestijn klimaat

A

klimaat met meestal hoge temperaturen en vrijwel geen neerslag

17
Q

in hoeveel uur draait de aarde om zijn as? en in hoeveel uur om de zon?

A

hij draait in 24 uur om zijn as en in 365 dagen rond de zon

18
Q

wanneer begint zomer herfst winter lente

A

zomer 21 juni
herfst 21 september
winter 21 december
lente 21 maart

19
Q

atmosfeer

A

luchtlaag rond de aarde

20
Q

welke klimaat hebben we in Nederland

A

in Nederland hebben we een gematigd zeeklimaat