HET WOORDEN 4 Flashcards
1
Q
HET INGREDIENT
A
Ingrediente
2
Q
HET KLEED
A
Tappeto
3
Q
HET PERCENTAGE
A
Percentuale
4
Q
HET RECEPT
A
Ricetta
5
Q
HET RESTJE
A
Avanzo
6
Q
HET SOUVENIR
A
Souvenir
7
Q
HET TOETJE
A
Dessert
8
Q
HET VAATJE
A
Barile
9
Q
HET VUUR
A
Fuoco
10
Q
HET BELEID
A
Policy (linee guida)
11
Q
HET BEZIT
A
Proprietà
12
Q
HET EFFECT
A
Effetto
13
Q
HET GENOTMIDDEL
A
Droga
14
Q
HET DIET
A
Dieta
15
Q
HET ETIKET
A
Etichetta