Het leger Flashcards
acies,ei (vr.)
de slagorde/posities voor de vechten
acies constituere/instituere/instruere, o
het leger in slagorde opstellen
agger,eris (m)
de wal
agmen, inis (onz)
marscolonne
primum agmen
de voorhoede van de marscollone
novissimum agmen
achterhoede van de marscollone
aquila
adelaar (teken van het legioen)
aquilifer
de drager van de adelaar
aries, etis (m)
de stormram
arma,orum (onz.)
(verdedigings)wapens
armatura
bewapening, de fase van de training
auxilia
hulptroepen
ballista
militair tuig om stenen te werpen
balteus
draagriem om wapens aan de te bevestigen
bucina, a
(signaal)hoorn
caliga
lederen soldatenlaars
calo, onis (m.)
knecht
castra, orum (onz.)
militair kamp
castra, munire.ponere
het kamp opslaan
castra movere
het kamp opbreken
cingulum
gordel,riem
copiae,arum
troepen
cohors,ortis (vr.)
de cohorte (=ongeveer 600 soldaten)
centurio, onis (m.)
honderdman (baas centuria)
cornu, us (onz.)
vleugel
cornu dextrum
rechtervleugel
cornu sinistrum
linkervleugel
cornu, us
(signaal)hoorn
cuneus, i (m)
opstelling met punt van voor
deditio, onis
overgave
dilectus, us
een lichting
dilectus habere,eo
een lichting houden
dux
leider, generaal
eques, itis (m.)
ruiter
equitatus,us
ruiterij
eruptio, ionis (vr.)
(plotse) uitval (=troepen ten aanval)