Het Bittere Kruid Flashcards
0
Q
Terwijl
A
For/during
1
Q
Mompelen
A
To mumble
2
Q
Bijna
A
Almost
3
Q
Handengezwaai
A
Hand waving
4
Q
Uitleggen
A
To explain
5
Q
Felle
A
Bright
6
Q
Wennen
A
To get used to/accustom
7
Q
Schrikken
A
To scare
8
Q
De jas
A
Coat
9
Q
De rijgdraad
A
Tacking thread
10
Q
Binnenviel
A
Invaded
11
Q
De buitenkant
A
Surface
12
Q
Het luik
A
Blind
13
Q
Het donker
A
Dark
14
Q
Dozen
A
Boxes
15
Q
De staple
A
Pile/stack
16
Q
De hoek
A
Corner
17
Q
Aanmeten
A
To take one’s measures for
18
Q
Laten
A
To make/get
19
Q
Lijken
A
To appear
20
Q
Dwalen
A
To wander
21
Q
Ruiken
A
To smell
22
Q
Droog
A
Dry
23
Q
Zoet
A
Sweet
24
De geur
Smell
25
De zaak
Store/company
26
Het lint
Ribbon
27
Rekken
To extend
28
De toonbank
Counter
29
Het vertrek
Departure
30
Rokerig
Smokey
31
De spijt
Regret
32
Krijgen
To receive
33
Schijnen
To appear
34
Bidden
To pray
35
Juist
Just
36
De stem
Voice
37
Gesticuleren
To gesture
38
Draaien
To turn
39
De vergadering
Meeting
40
Het kantoor
Office
41
Ver
far
42
Gruwelijk
Horrible
43
Afmaken
To finish
44
De zin
Will/opinion/want
45
Hetzelfde
Same
46
Afwachten
To wait
47
De wentbrauw
Eye brow
48
Fronsen
To frown
49
Somber
Gloomy
50
Doorlopen
To continue
51
Bedoelen
To mean
52
Voorlopig
Temporary
53
Ongelijk
Different
54
Het avontuur
Adventure
55
Bekennen
To admit
56
Allemaal
All
57
Tegen
Toward
58
Het eind
End
59
De vaart
Speed
60
Zo'n
Such
61
Daarginds
Over there
62
De heg
Fence
63
Het blaadje
Skin/ leaflet
64
Plukken
To collect/gather
65
Halen
To get/pick up
66
Dichterbij
Closer
67
Vezekeren
To assure
68
Benauwen
To alarm
69
Verwachten
To wait/expect
70
Zoiets
Such things
71
Het garnizoen
Garrison
72
Wemelt
Full of
73
Toen
When
74
Het hekje
Sharp
75
Voortuin
Front yard
76
Naast
Next to
77
Gebeuren
To happen
78
Alsof
As if
79
Kleden
To dress
80
Kloppen
To beat
81
Ergens
Somewhere
82
De deken
Blanket
83
De overkant
Opposite side
84
Onmiddellijk
Immediately
85
Gooien
To throw
86
Vertellen
To tell
87
Stadgenoot
Townsman
88
Wijken
To stop
89
Enkel
Some
90
Bezettingstroepen
Occupying troops
91
Het onderdak
Shelter
92
Achter
Behind
93
Het groepje
Group
94
Het hoofd
Head
95
De kogel
Bullet
96
Mitrailleur
Machine gun
97
De tas
Bag
98
Volgepropt
Overcrowded
99
Het stuur
Handle bar
100
Vervoeren
To transport
101
De tocht
Journey
102
Merken
To notice
103
Zaten
To sit
104
Trekken
To draw
105
De rij
Line
106
Eindeloze
Endless
107
De koffer
Suitcase
108
In allerijl
Quickly
109
Evacueren
To evacuate
110
De weg
Way
111
Weer
Again
112
Doorheen
Through
113
Midden
Middle
114
Onttrekken
To withdraw
115
De toestand
Situation
116
Betreffen
To concern
117
De wereld
World
118
Maatregelen
Measures
119
Misschien
Perhaps
120
Tbc
TB
121
Ernstig
Serious
122
Patiënte
Patients
123
De verpleegster
Nurse
124
Het onderscheid
Difference
125
De plaats
Place/ room
126
Het paviljoen
Pavilion
127
Trouwen
To marry
128
Intussen
Meanwhile
129
De oorlog
War
130
Beslist
Definitely
131
Het meisje
Girl
132
Inderdaad
Really
133
De schouwberg
Theatre
134
De betekenis
Sense
135
De bezetting
Occupation
136
Het seizoen
Season
137
Aarzelen
To hesitate
138
Tanden
Teeth
139
Gemakkelijk
Easy
140
Moeilijk
Difficult
141
De omgang
Understanding
142
Het gevolg
Result
143
Onttrokken
Abstract
144
Pijnlijk
Painful
145
Gehandhaafd
Maintained
146
Gebruiken
To use
147
De huishouding
Housekeeping
148
Vroom
Pious
149
Allerlei
All
150
Uitgebreid
Large
151
De buitenkans
Windfall
152
Geen
No
153
Hoeven
To need
154
De vis
Fish
155
De toestemming
Agreement
156
De pastoor
Priest
157
Het dienstmeisje
Maid
158
Herinneren
To remember
159
Volwassen
Adult
160
Vaak
Often
161
Beneden
Down
162
Wrede
Cruel
163
Nauwelijks
Hardly
164
Ouder
Older
165
Zonder
Without
166
Stiekem
Secretly
167
Sindsdien
Since then
168
De soep
Soup
169
Lachen
To laugh
170
De leeftijd
Age
171
Nieuwsgierig
Curious
172
Nooit
Never
173
Halen
To get/catch
174
Regelen
To arrange
175
Overheen
Across
176
De spijker
Nail
177
De slaap
Temple
178
Het litteken
Scar
179
Wijzen
To show/ indicate
180
Bloedend
Bleeding
181
De grond
Ground
182
Pas
Just
183
De mond
Mouth
184
Roepen
To call
185
De jood
Jew
186
Vuil
Dirty
187
Ophouden
To finish
188
Vechten
To fight
189
Vermoorden
To murder
190
Joden
Jews
191
Stompen
To pummel
192
Duwen
To push
193
Kanten
Lace
194
De zwerm
Collection / swarm
195
Banen
To smooth
196
Heen
Away
197
De schooltas
School bag
198
De troep
Group/collection
199
Schelden
To scold
200
Trekkend
Way faring
201
Stappen
To step
202
Keren
To stop
203
Wel eens
Sometimes
204
Stellen
To put
205
Grijpen
To grab/seize
206
Ferm
Firm
207
Altijd
Always
208
Wachten
To wait
209
Het eind
End
210
Gebeuren
To happen
211
Dikwijls
Often
212
Uitgescholden
Abused
213
Nogal
To some extent/rather
214
De ster (ren)
Star
215
Sinds
Since
216
Wel
Now
217
Het uur
Hour
218
Rusten
To rest
219
Gerheel
Overall
220
Hersteld
Restored
221
Herstellen
To fix
222
Stille
Quiet
223
De buitenwijk
Suburb
224
Omringd
Surrounded
225
De tuin
Garden
226
Stevig
Firm/strong
227
De pas (Sen)
Step
228
Zwierig
Elegant
229
Het gebaar
Gesture
230
De hoed
Hat
231
De huiskamer
Living room
232
De deur
Door
233
Aankondigen
To announce
234
De voordeur
Front door
235
Rustig
Quietly
236
Ophangen
To hang
237
De kapstok
Coat stand
238
Ongeduldig
Impatient
239
Omheen
About
240
Het touw
String
241
Geduldig
Patient
242
Knopen
Nodes/ knots
243
Vouwen
To fold
244
Naaien
To sew
245
Aandachtig
Attentively
246
Het garen
Thread
247
Afschuwelijk
Awful
248
Logeren
To stay
249
Linkerkant
Left
250
Borsthoogte
Breast height
251
De krant
Newspaper
252
Duidelijk
Obvious
253
Zichtbaar
Visible
254
Uitdelen
Distribute
255
Nauwkeurig
Precise
256
Onzichtbaar
Invisible
257
Zomen
To hem
258
Slordig
Careless/sloppy
259
Zulk
Such
260
Onhandig
Awkward/ inept
261
De zoom
Edge
262
Ellendig
Miserable
263
Punten
Points
264
Rijgen
To thread/ string
265
De speld
Pin
266
Vast
Set/sure/certain
267
De rijgdraad
Tacking thread
268
Opnieuw
Again
269
Handig
Happy/clever
270
De naald
Needle
271
Ten slotte
Ultimately/ finally
272
Scheef
Askew
273
Zuchten
To moan
274
Het bezwaar
Protest/ trouble
275
De ruit
Window
276
Dadelijk
At once
277
Keurig
Nice
278
Netjes
Decently
279
Samen
Together
280
Verbaasd
Surprised
281
Verbazen
To surprise
282
Klaar
Ready
283
Het tuinhek
Garden gate
284
Het flesje
Bottle
285
Het medicijn
Medicine
286
De vloeistof
Liquid
287
Zenuwen
Nerves
288
De kurk
Cork
289
Rieken
To smell
290
Steken
To place
291
De zak
Pocket
292
Rapen
To collect
293
Keilen
To throw
294
Het zonnescherm
Sunshade
295
De ligstoel
Sunbed
296
Het been (benen)
Leg
297
Verschuiven
To move
298
De rug
Back
299
De ziekte
Illness
300
Beu
Sick and tired
301
Aarzelend
Hesitantly
302
Beroerd
Nasty
303
Keuren
To criticise
304
Het werkkamp
Labour Camp
305
Huiduitslag
Rash
306
Vermoeden
To suspect
307
Waardoor
Where by
308
Verergeren
To aggravate
309
Terecht
Correct
310
Zodra
Once
311
De viool
Violin
312
Gluren
To peek
313
De snaar
String
314
Plotseling
Suddenly
315
Braken
To vomit
316
Het deksel
Lid
317
De kist
Case
318
Dichtslaan
To slam
319
Ontdekken
To find
320
Gewoon
Simple
321
Het etiket
Label
322
Ernaast
Nearby
323
De trap
Stairs
324
De zweetdruppel
Drops of sweat
325
Bestijgen
To climb
326
Bovenaan
At the top
327
Vlug
Quickly
328
Vlot
Easy
329
Klimmen
To climb /ascend
330
Aardig
Nice
331
De moeite
Effort
332
Ellendig
Dismal
333
Geschikt
Appropriate
334
De divan
Sofa
335
De kring
Circle
336
Tevoren
Before
337
Fuiven
To celebrate
338
Voortduren
To continue
339
Dronkenschap
Drunkenness
340
Funest
Ill -fated
341
De gezondheid
Health
