herhaling Flashcards
sensitiseren
ontstekingsreactie maakt de zenuwuiteinde gevoeliger
pijn
is een onaangename sensorische en emotionele gewaarwording geassocieerd met werkelijke of potentiële weefselbeschadiging of beschreven van dergelijke beschadiging
Congenitale analgesie
geen pijngevoel hebben
hyperalgesie
overgevoeligheid voor prikkels die normaal pijn veroorzaken
hyperesthesie
overgevoeligheid voor sensibele prikkels (bv over arm wrijven doet pijn)
intacte pijnzin
intacte relatie tussen prikkel en de sensatie, schadelijke prikkels worden als pijn waargenomen
pijnzin
alarmsysteem, waarschuwt om verdere schade te voorkomen en heeft belangrijke invloed op de ontwikkeling van de motoriek + systeem dat prikkel kan omzetten in bewuste pijnsensatie
Fibromyalie
pijn van spieren en bindweefsels
trigeminusneuralgie
aangezichtspijn
nociceptieve pijn
spontante pijn
hypoalgesie
verminderde gevoeligheid voor noxische prikkels
Analgesie
opgeheven pijnzin bij noxische prikkels
pijnsensatie
of een patiënt al dan niet pijn voelt
pijnreactie
reactie van een patiënt met pijn
Transductie
neurale processen waarbij schadelijke prikkels omgezet worden in zenuwimpulsen
Allodynie
pijn die veroorzaakt wordt door niet-toxische prikkels (veroorzaken normaal geen pijn maar nu dus wel)
learned non-use
geleerd om lichaamsdeel niet te gebruiken ondanks dat de pijn niet meer aanwezig is
homunculus van penfield
visuele voorstelling
etalagefenomeen/ claudicatio
mensen laten niet aan hun omgeving zien dat ze pijn hebben, blijven vaak stil staan, regelmatig korte pauzes
triple response van lewis
vasodilatatie
myelineschede
zorgt dat de geleiding sneller gaat, isolatielaagje rond de zenuw
polymodaal
reageren niet specifiek op mechanisch, thermisch of chemische prikkels maar op allemaal tegelijk
zenuwbundel
fasciculus
sprouting
zenuwvezels gaan extra vertakken
osseoperceptie
ter hoogte van het bot zijn er zenuwvezels die mechanische en thermische stimuli kunnen waarnemen
Anesthesie
opgeheven gevoel van tast en pijnzin
dysesthesie
onaangename, abnormale gewaarwording
hypesthesie
verminderde gevoeligheid voor sensibele prikkels
paresthesie
abnormale, niet onaangename gewaarwording ( niet pijnlijk) bv. tintelende handen of voeten
sialoadenitis
ontsteking van de speekselklieren
- door obstructie in afvoergang
- bacteriële of virale infecties
- gaat gepaard met ruiken van maaltijden (speeksel wordt in gang gezet
barodontalgie
drukverschillen veroorzaken hevige pijn dat lijk op tandpijn (bij otitis media)
scotoom
vlek in aangezichtsveld
carcinogenese
proces waarbij kwaadaardige tumoren gevormd worden
neoplasie
nieuwvorming van onafhankelijke groeiende tumor door mutatie in oncogenen of tumor supressorgenen
neoangionen
zelf voorzienend van bloedvaten
endogene liganden
in het lichaam geproduceerde natuurlijke chemische boodschappers
exogene liganden
chemische boodschappers van buitenaf
iatrogene metastase
gevaar het loskomen van tumorcellen bij therapie
therapeutische dosis
dosis die schade aan de tumor veroorzaakt
tolerantiedosis
dosis die door normale weefsels wordt verdragen zonder schade
therapeutische breedte
verschil tussen therapeutische dosis en tolerantiedosis
Fractionering
als een kleine dosis bestraling porties/fracties wordt gegeven op het omliggende weefsels, herstelt dit weefsel terug
teletherapie
uitwendige bestraling
brachytherapie
inwendige bestraling met gesloten bron
intercalatie
tussenvoegen van baseparen in DNA
dysfagie
slikstoornissen
oesofagale stenose
vernauwing van de slokdarm
potentieel maligne laesie
weefsel met veranderde morfologie waarin orale kanker meer lijkt voor te komen dan in het normale weefsel
potentieel maligne conditie
een veralgemeende toestand die gerelateerd is aan een significant hoger risico op kanker
ionen
licht elektrisch geladen atomen of kleine moleculen
substraat
stof die door enzym in een andere stof wordt omgezet
farmacokinetiek
wat het lichaam doet met het geneesmiddel
farmacodynamiek
wat het geneesmiddel doet met het lichaam (therapeutsisch effect)
metaboliseren
veranderen door chemische reactie
Cytochroom 450
grote groep enzymen die ongewenste stoffen omzetten in een vorm die door de nieren uitgescheiden kan worden
first pass effect
p450 enzymen metaboliseren eerst gm alvorens het in de bloedsomloop terecht komt
prodrugs
sommige gm niet geïnactiveerd maar juist door lever gemetaboliseerd om actief te worden
metaboliet
wat er van een gm overblijft nadat de lever het heeft gemetaboliseerd
gal
mengsel van zuren, cholesterol en kleurstoffen
ACE
angiotensine converting enzym
TCA
tricyclisch antidepressivum
inductie
gm laat enzymactiviteit stijgen waardoor ook andere stoffen sneller gemetaboliseerd worden
inductoren
gm die activiteit van bepaald cytochroom p450 enzymen laat stijgen
steady state
hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam blijft vrij constant wanneer de hoeveelheid toegediend gelijk staat aan de hoeveelheid die geëlimineerd wordt
Ontstekingsreactie
geprogrammeerde, niet specifieke immuunreactie op verwonding, schadelijke chemische stoffen en microbiële ziekteverwekkers
COX-enzyme
cyclo oxygenase
SARS
severe acute respiratory distress syndrome
CVA
cerebrovasculair accident, plots optredende uitval in hersenen (beroerte)
nystatine
antimycoticum dat gebruikt wordt voor spruw bij kinderen ( candida albicans)
Cirrose
leverziekte waarbij gezonde levercellen vervangen worden door een bindweefsel (soort littekenweefsel)