Hello and goodbye Flashcards
1
Q
Hoe gaat het ermee?
A
Miten menee?
2
Q
hoe gaat het er mee?
A
Mitä sulle kuuluu?
3
Q
Het gaat niet zo goed
A
Ei kovin hyvää
4
Q
Het gaat goed
A
Hyvää kiitos
5
Q
En met jou?
A
entä sinulla
6
Q
wat heb je gedaan de laatste tijd?
A
Mitä olet puuhaillut
7
Q
Hetzelfde als altijd
A
Samaa vanhaa
8
Q
niet veel, niet speciaals
A
Eipä erikoisampaa
9
Q
Waar ben je? (thuis)
A
Olen kotona
10
Q
Waar ben je (werk)
A
Olen töissä
11
Q
Waar ben je (stad)
A
Olen kaupingilla
12
Q
Waar ben je? (winkel)
A
Olen kaupassa
13
Q
Waar ben je (pub bar)
A
olen baarissa
14
Q
Wat ben je van plan?
A
Mitä puuhailet?
15
Q
A