Hebreeuws En Andere Talen Flashcards

1
Q

יצחק

A

Izaak, hij lacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hermeneutisch

A

Studie van interpretatie van teksten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

שרי/שרה

A

Mijn prinses, prinses (met een S)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

אברם/אברהם

A

Verheerlijkte vader, vader ()אב) van de naties (המון(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

אמת

A

Waarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Praeceptor

A

Leraar aan de lagere klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Palladium

A

Iets dat de veiligheid waarborgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ישמעאל

A

Ismael, God hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lankmoedig

A

Barmhartig, edelmoedig, geduldig, genadig, goedertieren, longaniem, meegaand, toegevelijk, tolerant, verdraagzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verwaten

A

Verdoemd, vervloekt, verbannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gulag

A

Glavoyne upravleniye isoavitelno trudivykh lagerey
Acronym voor chief administration of corrective labour camps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nulli cedo

A

Ik wijk voor niets credo infanterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Calumnie

A

Laster (Latijn en Frans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

נחום

A

Troost of trooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

שטן

A

Tegenstrever in het Hebreeuws, diabolos lasteraar/ verzoeker (Grieks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vivos vocos. Mortuos plango.

A

Ik roep om de levenden, ik rouw om de doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

בתנייך כתובפרו ורבו

A

Heb sex en krijg kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ecclasiastikaal

A

Kerkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Epifanie

A

1) godsverschijning 2) plotselinge, verwarrende openbaring 3) Driekoningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Orientering

A

Gericht op het oosten , vroegere kaarten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ארי

A

Leeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Umuamua

A

Verkenner in het Hawaiaans(polynesisch، Het Hawaïaanse alfabet telt maar twaalf letters:

a, e, h, i, k, l, m, n, o, p, u, w)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cuius regio, eius religio

A

Wiens land, diens religie, Romeinse wet/regel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bevindelijk kerkvolk

A

Bevindelijk wil zeggen dat er in de prediking aandacht is voor de persoonlijke geloofservaring die overeenstemming vertoont met de nalatenschap van de Nadere Reformatie. Dit laatste onderscheidt hen van de orthodox-gereformeerden, waar het accent vooral ligt op de leer van de Reformatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

שקר

A

Leugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

לצ היין שכרוכל שוה בו לא יחכם

A

De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachting; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Dandelion

A

Paardebloem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Invidious

A

Hatelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Perikoop

A

In de Bijbelwetenschap wordt de term gebruikt om bouwstenen voor verhalen in de Hebreeuwse Bijbel of de evangeliën aan te duiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

אתן

A

Het is betrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

חזקת

A

Wees sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

כיסא מלכות

A

Troon van koningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Algoritme

A

Beslisregel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Heerweg

A

Heirweg, legerweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Curia

A

Versterkt hof, rechtbank, Latijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Ouverture

A

Opening, Frans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Epistocaal

A

Bisschoppelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Polyandry

A

Een vrouw met meer mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Occam’s razor / het principe van parsimony

A

B14e eeuw twee strijdende ideeen. Prefereer de simpelste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Flux de bouche

A

Goed van tongriem gesneden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Dans le doute, abstiens-toi

A

Bij twijfel niet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Repos ailleurs

A

Rust is elders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Pablum

A

Window washing, mooisprekerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Axiom

A

niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

senescence

A

The process of growing old. In biology, senescence is a process by which a cell ages and permanently stops dividing but does not die.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Snees

A

20 eieren, oplichter/ heler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

nao ha outra mais leal

A

Niemand is loyaler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Aurora grammatice

A

Spraakkundige dageraad ( boek van Rudolf Agricola/ huisman)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Colloquia

A

Samenspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Multi ibi risus et ioci

A

We hebben daar veel gelachen en grappen gemaakt (Ubbo Emmius)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Adhuc coelum volvitur

A

De hemel draait nog / er is nog hoop, Erasmus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Krankzienig

A

Blind of slechtziend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

hermeneutiek

A

is het terrein binnen de filosofie waarin men nadenkt over ‘betekenis’. Het woord komt van de oud-Griekse godheid Hermes, de boodschapper van de Griekse goden. Oorspronkelijk ging hermeneutiek over het uitleggen van teksten, namelijk: de boodschappen van de Griekse goden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

I.N.R.I

A

Jezus, koning der Joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Elimas

A

Magiër

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Nabi

A

Woordvoerder, niet profeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Bakhur

A

Jonge man, maar eigenlijk: keuze, want hij kiest zijn bruid (bakhura bestaat niet in de Bijbel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Amida

A

(Staand)gebed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Gemelijk

A

Grappig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Dolman

A

Oost Europese korte jas met lange mouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Werst

A

1066 meter in Tsjaristisch Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Dendrochronologie

A

Boomringenonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Seditious

A

Opstandig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Dobre ranok

A

Goedenmorgen, Oekraiens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Hewel

A

Rook, Hebreeuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Iterate

A

Herhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Orthogonalen

A

90 graden ten opzichte van elkaar: niet bij elkaar horend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Torah, טורה

A

Onderricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Providentia Dei

A

Voorzienigheid

70
Q

Tenach is een acroniem voor

A

Torah, Nevi’iem en Ketoeviem

71
Q

Itterative Engels

A

Herhaaldelijk

72
Q

מובלכות

A

Tolerantie

73
Q

Terraz , biro

A

Schrift en pen Tigrinya

74
Q

Sosja, rutsjka

A

Schrift en pen Oekains

75
Q

Deptar, scribio

A

Schrift pen Amhaars

76
Q

Sosja , duganis

A

Schrift en pen Pools

77
Q

Catatonisch

A

een cluster van verschillende symptomen, waarbij bizarre motorische verschijnselen optreden, waaronder mutisme, flexibilitas cerea (wasachtige buigzaamheid), catalepsie[1] en stupor. Het is geen psychiatrische ziekte,

78
Q

Pueriele ontluiking

A

Kinderlijk, onvolwassen

79
Q

Vilk

A

Hafid bouazza

80
Q

Kroep

A

Strottenhoofdvergroting

81
Q

Incubus

A

Demon

82
Q

Peehacking

A

exploitation of data analysis in order to discover patterns which would be presented as statistically significant, when in reality, there is no underlying effect.

83
Q

Chimerisch

A

occurrence of genetically distinct cell types in a single organism.

84
Q

Cadulleken

A

Hafiz woord

85
Q

Ultra crepedarian

A

one who is presumptuous and offers advice or opinions beyond one’s sphere of knowledge.

86
Q

Madrigaal

A

een seculiere overwegend vocale muziekvorm, in de 14e eeuw ontstaan in Noord-Italië.

87
Q

Peluw

A

Kussen, Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kussen’ voor het eerst aangetroffen in 1240

88
Q

Harpij

A

De harpijen (“roofsters”) (Grieks: ἅρπυια, harpyia; Latijn: harpeia) waren in de Griekse mythologie eerst de drie zeer mooie, gevleugelde dochters van Elektra en Thaumas. Later werden ze vervaarlijke wezens, meestal afgebeeld als roofvogels met scherpe klauwen. Zij hadden echter het gezicht van een oude vrouw en een vuil onderlijf.

89
Q

Bezaan

A

De bezaan is een zeil dat aangeslagen is aan de achterste mast van een schip. Het woord is afkomstig uit het Spaans mesana en Portugees mezana.

90
Q

Rashaa

A

Herteveulen

91
Q

Ticha, ticho

A

Stilte Oekraiens

92
Q

Fenomeen

A

Schittering , Grieks

93
Q

Een Sybillisch antwoord

A

?

94
Q

Meewarig

A

Medelijdend

95
Q

Zacharia

A

God herinnert zich

96
Q

Redoute

A

Legerterm,
Illustratie uit 1614 van de Devonshire-redoute in Bermuda

Reconstructie van een 17e-eeuwse redoute (B) gelegen achter een redan (A).
Een redoute is een kleine geheel omsloten veldschans met alleen uitspringende en geen inspringende hoeken.

97
Q

Diafane sluiers

A

Doorschijnend, transparant

98
Q

White lie

A

a lie that is told in order to be polite or to stop someone from being upset by the truth

99
Q

Sofestry

A

the use of clever but false arguments, especially with the intention of deceiving.

100
Q

Christana

A

Gave Grieks

101
Q

Anomalous freedom

A

deviating from what is standard, normal, or expected.

102
Q

Sybillisch antwoord

A
103
Q

purtenance

A

the liver, heart, and lungs of an animal.

104
Q

Shervani

A

Rood, oekraiens

105
Q

Mitigeren

A

verzachten, matigen, verlichten

106
Q

Timpaan

A

Driehoekig gevelveld tussen kroonlijst en de schuin oplopende daklijsten

107
Q

Proclifity

A

Geneigdheid

108
Q

Mertelle

A

Fabeldier soort eend zonder poten of snavel, geassocieerd met de kruistochten 13e eeuw

109
Q

Bucolisch

A

Idyllisch

110
Q

Epicurisme

A

Levenskunst, niet simpelbhedonisme. Genoemd naar een Grieks filosoof

111
Q

Zinnelijk

A

Dierlijk، epicuristisch, erotisch, genotszuchtig

112
Q

Fons et origo

A

Bron en oorsprong

113
Q

Eliezer

A

God is mijn helper

114
Q

Genster

A

Rondvliegend, gloeiend koolstukje

115
Q

Cavot

A

Voertuig

116
Q

Dillitant

A

a person who cultivates an area of interest, such as the arts, without real commitment or knowledge

117
Q

Gotspe

A

een uiting of handeling waarvan het betekenis-spectrum ligt tussen ‘gewaagd’ en ‘brutaal

118
Q

Elegisch

A

Zacht klagend, weemoedig

119
Q

עִבְּרִית

A

komend van de overkant

120
Q

Harlotry

A

Prostitutie

121
Q

Subpoena

A

Dagvaarding

122
Q

Miasma

A

Ongezonde uitwaseming

123
Q

Mineurs

A

Gravers in wo1

124
Q

Sciatica

A

Heupjicht

125
Q

Kuzimiza

A

Naar beneden halen van iemand

126
Q

Aurora

A

Koningin van de dageraad

127
Q

Quid refam Domino?

A

Hoe kan ik God vergoeden?

128
Q

Felix culpa

A

Een gelukkige fout

129
Q

Perit ut vivar

A

Ondergaan om te leven

130
Q

Verwaten

A

Verdoemd

131
Q

Beeweg

A

Bedevaartweg

132
Q

Sententie

A

Straf

133
Q

Kateil (Tijl)

A

Huisraad

134
Q

Paskwil (Tijl)

A

Spotschrift

135
Q

Mozes, Moshe

A

Kind (Egyptisch)

136
Q

Dagon

A

God van de Filistijnen

137
Q

Eben haezer

A

Steen der hulp

138
Q

Nazir

A

Gewijd persoon

139
Q

רועי(?)

A

Ziener, profeet

140
Q

Exilische profeten

A

Profeten van de verbanning

141
Q

cul-de-sac
/ˈkʌldəsak,ˈkʊldəsak/

A

a route or course leading nowhere

142
Q

Maleachi

A

Mijn bode

143
Q

חטא

A

Zonde, je doel missen

144
Q

שמא ישראל אדני אלהכ אלהיך אחד

A

Luister israel, onze Heer is onze God, onze Heer is EEN.

145
Q

גדף

A

Rechtvaardige

146
Q

Eleutherius

A

Vrij, bevrijder

147
Q

Frenetiek

A

Bezeten, dol

148
Q

Moor

A

Zwartgeblakerde waterketel bron Tijl Uilenspeigel

149
Q

Hesp

A

Stuk ham, bron Tijl

150
Q

Zurishaddai

A

De almachtige is mijn herder

151
Q

Deborah

A

Bij

152
Q

Samuel

A

Zijn naam is God

153
Q

Rachel

A

Ooi

154
Q

Elihu

A

Mijn God is hij

155
Q

Jona

A

Duif

156
Q

Jo-ab

A

Jahwe is de vader

157
Q

Jo el

A

Jahwe is God

158
Q

Je saja

A

Jahwe is heil

159
Q

Je remia

A

Jayhwe sticht

160
Q

Natnael

A

Gegeven heeft God

161
Q

Gabri el

A

Mijn kracht is God

162
Q

Mi cha el

A

Wie is als God

163
Q

Zachria

A

De heer is indachtig geweest

164
Q

Rente in het hebreeuws betekent

A

Knijpen

165
Q

Torah

A

Onderwijzing, lering

166
Q

Hysop

A
167
Q

Jada

A

Kennen, sympathie hebben voor

168
Q

Emet

A

Trouw

169
Q

Cheset

A

Liefde

170
Q

Sear jasub

A

Een rest zal wederkeren