HC7 Signaaltransductie

Question 1

Wat is het doel van signaaltransductie?

Answer 1

Celcommunicatie

Question 2

Noem cel-cel communicatie manieren

Answer 2

Endocrien
Paracrien
Neuronal
Contact-afhankelijk

Question 3

Aan welk type receptor binden lipofiele liganden?

Answer 3

Kernreceptor

Question 4

Aan welk type receptor binden hydrofiele liganden?

Answer 4

Membraanreceptoren

Question 5

Wat is specificiteit?

Answer 5

Receptor herkent alleen zijn eigen ligand

Question 6

Wat is affiniteit

Answer 6

Zegt iets over hoeveelheid ligand die nodig is voor een effect

Question 7

Bindt de receptor de ligand bij een hoge of lage concentratie als de affiniteit hoog is?

Answer 7

Lage concentratie

Question 8

Wat is de associatie snelheid?

Answer 8

Snelheid voorwaarste reactie (binden)

Question 9

Wat is de dissociatie snelheid?

Answer 9

Snelheid omgekeerde reactie (losmaken)

Question 10

Wat is de KD dissociatie constante

Answer 10

Evenwichtsconcentratie van ligand

Question 11

Wat voor effect geeft de binding tussen ligand en kern receptor?

Answer 11

Directe beinvloeding transcriptie

Question 12

Wat voor effect geeft de binding tussen ligand en membraan receptor?

Answer 12

Second messenger

Question 13

Wat bepaalt het hormoonbindingsdomein?

Answer 13

Affiniteit
Specificiteit

Question 14

Wat doet het DNA bindingsdomein?

Answer 14

Herkent hormoon respons element in promoter van gen

Question 15

Wat doet het dimerisatiedomein?

Answer 15

Herkent partner

Question 16

Wat doet het co-activator/repressor interactie-domein?

Answer 16

Herkent factoren die een rol spelen bij versterking/remming van het signaal

Question 17

Welke 2 subtypes kernreceptoren zijn er?

Answer 17

Ongebonden in cytoplasma
In celkern

Question 18

Aan welke kernrecptor bindt cortisol?

Answer 18

Glucocorticoid receptor (GR)

Question 19

Als wat werkt het hormoon-receptor complex?

Answer 19

Als transcriptiefactor

Question 20

Welke 3 subtypes membraanreceptoren zijn er?

Answer 20

Ion-kanaal gekoppeld
GPCR
Enzym-gekoppeld

Question 21

Hoe werken enzym-gekoppelde receptoren

Answer 21

Zij vormen een dimeer, het kinasadomein geeft het signaal doro

Question 22

Welke domeinen hebben kernreceptoren?

Answer 22

Hormoonbindingsdomein
DNA bindingsdomein
Dimerisatiedomein
Co-activator/co-repressor interactie-domein

Question 23

Welke domeinen hebben membraanreceptoren?

Answer 23

Hormoonbindingsdomein
Transmembraan domein
Transductie domein

Question 24

Wat doet het transmembraan domein?

Answer 24

Verankering

Question 25

Wat doet het transductie domein?

Answer 25

Geeft signaal door

Question 26

Welk domein hebben membraan- en kernreceptoren gemeenschappelijk?

Answer 26

Hormoonbindingsdomein

Question 27

Welke typen intracellulaire moleculaire schakelaars zijn er?

Answer 27

GDP-GTP omzetting
Fosforylatie-defosforylatie

Question 28

Wat is kenmerkend aan het transmembraandomein van een GPCR?

Answer 28

Heeft 7 stuks

Question 29

Welke subunit van een GPCR geeft het signaal door?

Answer 29

α subunit

Question 30

Hoe wordt een GPCR geactiveerd?

Answer 30

Door de omzetting van GDP tot GTP

Question 31

Wat doet Gαs

Answer 31

Stimuleert adenylyl cyclase
cAMP omhoog
Activatie Protein kinase A

Question 32

Wat doet Gαi

Answer 32

Remt adenylyl cyclase
cAMP omlaag
remming Protein kinase A

Question 33

Wat doet Gαq

Answer 33

Stimuleert fosfolipase C (PLC)
Ca2+ en DAG
Activatie Protein kinase C

Question 34

Wat doet Gα12/13

Answer 34

RhoGEF
Rho activatie
Activatie Rock

Question 35

Wat is het verschil tussen een RAS- en een G-eiwit?

Answer 35

Het RAS-eiwit kan niet zelf GTP uit GDP

Question 36

Wat voor hormonen binden aan kernreceptoren?

Answer 36

Steroïdhormonen
Vrije vetzuren
Niet-steroïdhormonen