HC.6 complicaties die kunnen optreden bij ACS Flashcards
indeling acuut coronair syndroom
- instabiele angina pectoris
- Non ST elevatie myocardinfarct (NSTEMI)
- ST elevatie myocardinfarct (STEMI)
linker coronair arterie
Bestaat uit de ramus descendens anterior en circumflexus. De ramus descendens anterior voorziet de anterior en apicale gedeeltes van het hart, het anterior 2/3e deel van het septum en de anterolaterale papillairspier (mitralis). Hij loopt in de interventriculaire sulcus, geeft septale en diagonale takken. De ramus circumflexus voorziet het laterale en posterior gedeelte van het hart en de anterolaterale papillairspier van bloed. Deze loopt in de sulcus coronarius.
rechter coronair arterie
Voorziet het rechter ventrikel, posterior 1/3e deel van het septum, inferior deel linker ventrikel, posteromediale papillairspier (tricuspidalis) en het geleidingssysteem van bloed. Deze loopt ook in de sulcus coronarius en splitst in een ramus descendens posterior en posterolateralis.
Welke complicties kunnen er optreden bij ACS of een myocardinfarct?
- elektrische instabiliteit
- pompfunctiestoornis
- ruptuur
- pericarditis
elektrische instabiliteit (vast te leggen op ECG)
ventriculaire ritmestoornissen
- ventrikel tachycardia (verhoogde frequentie)
- ventrikelfibrilleren (onregelmatige frequentie)
schade aan elektrisch systeem
- sinusknoopstilstand (= sinusarrest)
- AV-blok
- beide resulteren in een plotselinge dood
pompfunctiestoornis (hartfalen; verminderde contractiliteit) (vast te leggen op echo)
astma cardiale
- linkerventrikelfalen wat leidt tot longoedeem
- patiënt heeft last van erge kostademigheid
cardiogene shcok/myocardinfarct (MI)
- het hart pompt niet genoeg bloed rond door bijvoorbeeld hartschade
- cardiogene shock treedt meestal op een paar dagen na een MI
- lage bloeddruk (hypotensie)
- longoedeem
aneurysma cordis (late fase)
- dit is een uitstulping van verzwakt infarct weefsel dat vervangen wordt door littekenweefsel
- dit weefsel kan leiden tot thrombus: wanneer deze mobiel genoeg is kan deze de lichaamscirculatie in gaan en daar een occlusie (afsluiting) veroorzaken
ruptuur (door necrose)
- Papillairspierruptuur leidt tot acute mitraalklepinsufficiëntie.
- Ventrikelseptumruptuur (VSD) leidt tot overbelasting van de linker ventrikel en pulmonale circulatie. Zuurstofrijk bloed zal dan van de LV naar de RV gaan, het bloed dat de truncus pulmonalis in gaat is dan niet meer zuurstofarm maar gemixt. Dit is niet makkelijk te opereren aangezien het weefsel erg zacht is. Het infarctgebied moet dus een beetje uitharden wat dagen kan duren, maar des te langer er gewacht wordt des te meer kans er is op een infectie.
- Vrije wand ruptuur leidt tot harttamponade (lekkage naar hartzakje, hart kan niet goed vullen door druk van buitenaf)
pericarditis (ontsteking van het pericard)
- In een vroege fase na ACS/MI (in de eerste dagen): niet zo ernstig, meestal alleen een prikkeling van het pericard, zonder vochtophoping. Wel beangstigend voor de patiënt die bijvoorbeeld net een MI heeft meegemaakt.
- In een late fase van ACS/MI: meestal ernstiger, omdat het gepaard kan gaan met vochtophoping in het pericard en kan leiden tot het Dressler syndroom.