HC6 Flashcards

1
Q

Waakzaamheid (vigilance)

A

De staat van wakker zijn, varieert bijvoorbeeld in slaap vallen, coma etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aandacht

A

Het concentreren op specifieke informatie die relevant is voor de taak en de selectie daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bewuste toegang (conscious access)

A

Een deel van de aanwezige informatie dringt uiteindelijk ons bewustzijn binnen en is rapporteerbaar aan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Blindsight

A

schade aan visual cortex, maar omdat er 10% van de visuele informatie ook naar andere hersengebieden gaan, word er toch een beetje informatie grof gebruikt maar niet bewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Visual form agnosia

A

niet instaat om objecten te identificeren
niet instaat om lijntekeningen te kopiëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende oplossingen voor kleinste contrast bij bewustwording in testjes

A

Binoculaire rivaliteit, kijken naar twee verschillende soorten plaatjes en hier tussen switchen.
Maskeren, woorden of plaatjes door heel snel voor en na plaatje een masker te presenteren niet je bewustzijn laten bereiken
Aandachtsmanipulaties ((in)attentional blink) Door eerste letter te zien zie je de tweede niet als die rond 300ms later verschijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg de global workspace theorie uit met betrekking tot bewustwording

A

Alle info komt altijd aan in V1 en wordt hier verwerkt, daarna ligt het aan de sterkte van de stimulus en omgekeerd aan de sterkte van de maskering hoe sterk de stimuli in de hogere visuele gebieden verwerkt wordt. Daarna komt het in de frontale kwab en dit is een all or nothing principe, als het groot genoeg is voor all, dan fired de stimuli hard en word je hele hersenen betrokken en is het bewust geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly