HC.1 Vitamines en deficiënties Flashcards

1
Q

Welke componenten in het lichaam zijn essentieel en moeten we met de voeding binnen krijgen?

A
  • Sommige aminozuren
  • Sommige vetzuren
  • Vitaminen
  • Mineralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de biologische waarde van eiwit?

A

De hoeveelheid van essentiele aminozuren in juiste verhoudingen in de voeding zitten, goed in vlees, ei en melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vetzuren in de voeding?

A
  • PUFA (poly onverzadigd) : omega 3,6,9
  • MUFA (mono onverzadigd): palmitoleine zuur, oliezuur
  • SFA, (verzadigd): long chain C 14> palmitinezuur, stearine zuur en medium chain C12< taurinezuur, caprinezuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom omega 3 en 6 essentieel en omega 9 niet?

A

Omega 9 heeft zijn dubbele binding op plek 9 vanaf methyl, vanaf daar kan je richting de methyl kant geen binding meer maken. We kunnen dus vanaf carboxyl 9 bindingen aanleggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omega 3 vetzuren?

A

Eicosapantaeenzuur en docosahexaeenzuur zijn nodig voor de visus en hersenfunctie, halen we uit visolie en walnoten. Meest gunstig en beschermen tegen hart- en vaatziekten, dragen nauwelijks bij aan obesitas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omega 6 vetzuren?

A

Arachidonzuur, nodig bij ontsteking, plaatjesaggregatie, vasodilatatie en geboorte. Komt uit plantenolie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een omega 9 vetzuur>

A

Oliezuur, komt uit olijfolie en heeft functie in de membraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 Soorten voedingsvezels?

A
  • Fermenteerbaar:
  • Nier fermenteerbaar:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voedingsvezels?

A

Voedingsstoffen die niet door humane enzymen kunnen worden verteerd, darmflora kan er wel iets mee.
Zitten vooral in celwanden van zaden, groente, fruit, wortels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Positieve effecten gezondheid vezels?

A

Beide:
- Vertraagd vertering voedsel, geeft langer gevoel van voedselverzadiging

Fermenteerbaar:
- binding water en wateropgeloste voedingsstoffen –> glucose langzamer opgenomen dus glycemische index lager
- Binding glazuren zouten –> verlaagt LDL
- Buffering darm pH en bevordering darmflora –> verlaagt risico colorectaal kanker

Niet - fermenteerbaar:
- activering darmperistaltiek: bevordert stoelgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Macro mineralen?

A
  • Ca, Na, K, Mg, Cl, fosfaat, zwavel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Spoorelementen?

A

Fe, F-, I, cuprum, zink, CO, Mn, Cr,, seleen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is vitamine B belangrijk?

A

Is een bouwsteen voor een cofactor die essentieel zijn in metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vitamine A?

A

Retinol, ligand voor trnascriptiefactor rol in visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vitamine C?

A

Ascorbaat, antioxidant, collageen synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vitamine D?

A

Cholecalciferol, ligand transcriptiefactor (botgroei, maar ook in de ontsteking)

17
Q

Vitamine E?

A

tocopherol, antioxidant

18
Q

Vitamine K?

A

menadion, gamma-carboxylering (stolling

19
Q

Hoe ontstaan vitamine deficiënties?

A

Door malabsorptie, door interactie met farmaca, bij ouderen (door minder eten en hogere behoefte)

20
Q

Wat is nadelig aan te veel vitamine A?

A

Teratogeen, met name in week 3-5 kan leiden tot craniofaciale afwijkingen, hazenlip, spontane abortus, hydrocephaly.

Isotretinoine bevatte dit.

21
Q

Vitamine B deficiënties geven overeenkomstige symptomen?

A
  • Dermatitis
  • Glossitis
  • Cheilitis
  • vermoeidheid
  • diarree
  • perifere neuropathie
  • depressiviteit
  • verminderde spier coordinatie
  • verwardheid
22
Q

Syndromen vitamine B1 deficiëntie?

A
  • Beri beri, witte rijst. Geeft spierzwakte, ataxie, perifere neuropathie, oogspierverlamming, nystagmus, geheugenproblemen.
  • Wernicke Korsakoff:
    oogspierverlamming, desoriëntatie, coma, extreem geheugenproblemen
23
Q

Vitamine B1 is een co enzym voor?

A
  • Pyruvaatdehyrdogenase, aerobe glycolyse
  • alfaketoglutaraat dehydrogenase, citroenzuurcyclus
  • vertakt alfaketozuurdehydrogenase, aminozuurafbraak
  • transketolase, pentose-fosfaat shunt
  • acetylcholine synthese
24
Q

Vitamine B6 spelt een belangrijke rol bij?

A
  • transaminases: gluconeogenese en ureumcyclus
  • fosforylsase: glycogenolyse
25
Q

Biotine en carboxyleringsreacteis?

A
  • pyruvaatcarboxylase, gluconeogenese
  • acetyl coa carboxylase, vetzuursynthese
  • propionylcoa carboxylase, gluconeogenese
26
Q

Hoe ontstaat anemie?

A
  • Tekort vitamine B12 (vlees, lever, melk)
  • Tekort vitamine E (bladgroente)
  • Tekort foliumzuur (bladgroente)
  • Tekort ijzer (vlees)
27
Q

Wat vormt vitamine C exact?

A

Hydroxylisine en proline en dus collageen
- Carnitine en collageen
- antioxidant