HC's week 5 Flashcards
Waaruit ontstaan somieten?
Paraxiaal mesoderm
Hoe splitsten somieten zich op?
In:
- sclerotoom: axiaal skelet (wervels, ribben, sternum)
- myotoom (skelet spieren)
- dermatoom (dermis)
Hoe en wanneer wordt mesoderm gemaakt?
Door de primitefstreek tijdens de gastrulatie.
Beschrijf hoe sclerotoom en dermomyotoom ontstaan vanuit een somiet?
De mediale zijde van een somiet (paraxiaal mesoderm) barst open en de cellen migreren richting de notochord. Het deel dat openbarst heeft het sclerotoom en wat overblijft heet een dermomyotoom.
Hoe komt de differentiatie van de somieten tot stand?
Door de afgifte van signaalmoleculen door de omliggende structuren (notochord, neurale buis, ectoderm, lateraal mesoderm).
Waaruit ontstaat het perifere zenuwstelsel?
Uit de neurale lijst.
Wat doen de oscillerende genen?
Regelen samen met signaalmoleculen de segmentatie van de somieten.
Ze coderen voor een klokeiwit die zijn eigen synthese voor een korte tijd kan blokkeren.
Wat gebeurt er met de somieten wanneer de snelheid van de segmentatieklok groot is?
Er ontstaan veel kleine somieten.
Waar hangt de snelheid van de oscillatie van af?
Van de afbraaksnelheid en dus de stabiliteit van de klokeiwit.
Welke twee dingen zorgen voor de segmentatie?
- segmentatieklok
- gradienten van signaalmoleculen
Hoe werkt het determination front?
Klokgenen actief - er begint een segment aan het determination front
Klokgenen geblokkeerd/inactief - segment eindigt aan het determination front
Wat zijn Hox genen?
Transcriptie factoren die een rol spelen in het bepalen van cranio-caudale identiteit.
Wat zijn de kenmerken van Hox genen?
- liggen gegroepeerd in clusters op een chromosoom
- er zijn 4 clusters van hox genen
- ze zijn genummerd van A t/m D en vanaf 1 aan craniale zijde
- hox genen met dezelfde nummer hebben een soortgelijke functie (en kunnen elkaars functie overnemen)
- de genen die het meest aan de 3’ kant liggen komen het meest craniaal tot expressie
Welke hox genen komen eerder tot expressie?
Lage hox genen (met een laag nummer) komen eerder tot expressie dan hoge hox genen.
Wat is het gevolg van de verstoringen in segmentatie genen?
Het vormen van scoliose (scheve wervelkolom).
Waar hangt de cranio-caudale identiteit van somieten van af en hoe is de identiteit vastgelegd?
- het tijdstip van het ontstaan van de somieten
- door differentieel expressie van o.a. hox genen
Wat voor soort spieren zijn er?
- gladde spieren
- dwarsgestreepte spieren
- hartspier
- skeletspier
Hoe zit een skeletspier in elkaar?
Myofilamenten vormen myofibrillen.
Myofibrillen vormen spiervezels.
Spiervezels voermen spierbundels.
Hoe is een myofibril opgebouwd?
Uit sacromeren die bestaan uit dunne actiefilamenten en dikke myosinefilamenten.
Uit welke stappen bestaat de crossbridge cycle? Leg uit.
- Attached state - myosinekopje zit gebonden aan een actinefilament
- Released state - ATP bindt aan myosine kopje, waardoor myosine loslaat
- Cocked state - ATP hydrolyseert tot ADP; de vrijgekomen energie zorgt voor conformatie van het myosinekopje
- Crossbridge state -
Weak: myosin bindt een stukje verderop aan actine
Strong: Pi wordt losgelaten - Powestroke state - het myosinekopje komt terug in de conformatie van de attached state en myosine wordt verplaatst ten opzichte van actine
- ADP laat los van het myosinekopje, waardoor de volledige cyclus is doorgelopen.
Wat is rigor mortis en waardoor ontstaat het?
Rigor mortis is het stijf worden van de spieren na de dood.
Ontstaat door onvoldoende ATP. De myosinekopjes blijven in attached state omdat er geen ATP aanwezig is om ze los te koppelen.
Hoe wordt de spiercontractie mogelijk gemaakt door de calcium ionen?
- Tropomyosine zit om het actinefilament en bedekt de bindingsplaatsen van actine voor het myosinekopje
- Tropomyosine wordt op zijn plaats gehouden door troponine complex
- Als er binnen de cel meer calcium zit zal de troponine aan calcium binden en een conformatie ondergaan ( troponine complex trekt de tropomyosine omhoog zodat de bindinsdplaats vrijkomt)
- Hierdoor komen de bindingsplaatsen vrij en is spiercontractie mogelijk
Wat zijn T-tubuli en wat is hun functie?
- T-tubuli zijn instulpingen van het plasmamembraan
- Ze grenzen aan het SR
- Gevuld met extracellulaire vloeistof
- Op de grens van A- en I-band
Functie:
- een depolarisatiesignaal door hele spiervezel verspreiden
Wat zijn de stappen van excitatie-contractie koppeling?
- actiepotentiaal wordt voortgeleid naar T-tubuli
- calcium kanalen worden geprikkeld door de depolarisatie om open te gaan
- calcium stroomt naar binnen en dat zorgt voor het openen van ryanoidereceptoren in het membraan van SR
- calcium bindt aan ryanoidereceptoren en stroomt het SR in
Wat bepaalt de duur van de contractie in een skeletspiervezel?
Het wegvallen van calcium concentratie.
Wat is het verschil tussen isometrische en isotone contractie?
Isometrische contractie - kracht ontwikkeling; lengte van de spier blijft constant; hoge spanning in een spier
(bijv. als je een lege glas vasthoudt en langzaam met water begint te vullen)
Isotone contractie - verkorting van de spier; kracht blijft constant
Wanneer kan een spier het meeste kracht leveren?
- als de overlap van de dikke en dunne filamenten maximaal is
- dus in rustfase
Kan een korte of een lange spier sneller contraheren?
Een lange spier kan door de serieschakeling van veel sacromeren relatief snel verkorten.
In een korte spier liggen de sacromeren parallel en kan het niet snel contraheren.
Welke soorten spiervezels zijn er?
Type I
- langzaam
- rood
- niet uitputbaar
- contractie duurt relatief lang bij een actiepotentiaal
- er wordt niet veel kracht gegenereerd
- heel goed doorbloed
Type IIa
- meer kracht generenen
- sneller dan Ia
- wit
- minder goed doorbloed
- vermoeibaar
Type IIb
- zeer snel
- zeer vermoeibaar
- wit
- leveren kracht kortdurig
Welke twee dingen zijn belangrijk voor de contractie van spieren?
ATP en calcium
Wat is het verschil tussen het aansturing van de spieren die precieze bewegingen moeten maken en spieren die grove bewegingen maken?
Precieze bewegingen - een motorneuron stuurt weinig spiervezels aan (oogspieren)
Grove bewegingen - een motorneuron stuurt meer spiervezels aan (kuitspier)
Welke typen spierweefsels zijn er?
- skeletspierweefsel
- hartspierweefsel
- glad spierweefsel
Wat zijn de kenmerken van de skeletspierweefsel?
- dwarsgestreept
- snelle contracties
- geen ritmische contracties
- contracties onder invloed van wil
Cellen: - ovale kernen perifeer gelegen
- meerkernigheid
Wat zijn de kenmerken van de hartspierweefsel?
- dwarsgestreept
- snelle contracties
- ritmische contracties
- contracties niet onder invloed van wil
Cellen: - centraal gelegen kern
- mononucleair (1 kern)
- intercalairlijnen tussen cellen
Wat zijn de kenmerken van de glad spierweefsel?
- geen dwarsstrepen
- langzame contracties
- contractie niet onder invloed van wil
Cellen: - spoelvormige cellen
- mononucleiar
- centraal gelegen kern
- T-tubuli afwezig
- diagonaal geordend
Door welk bindweefsel wordt spierweefsel omgeven?
Epimyisum (vezelig onregelmatig) - om een gehele spier
Perimysium ( vezelig bindweefsel)- om een fascikel
Endomysium (reticulair) - om een spiervezel
Wat zijn de functies van bindweefsel in een spierweefsel?
- spierkracht van contraherende spiervezels doorgeven aan individuelen spiervezels
- begeleiden van bloed- en lymfevaten en zenuwen
- bevestiging aan bot en andere weefsels
Wat zijn de stappen van de prikkeloverdracht?
- Een prikkel gaat via perimysium naar de endomysium en dan naar de spiervezels. De prikkel komt uiteindelijk in de motorische eindplaat terecht.
- Vanuit de motorische eindplaat komt acetylcholine vrij en die bindt aan de Ach-receptoren op het sarcolemma
- Sarcolemma wordt gedepolariseerd en de prikkel wordt snel en synchroon over de spiervezel verspreid via T-tubuli.
- Vanuit het SR worden calcium ionen vrijgemaakt. Die komen in het sarcoplasma terecht. Dit zorgt voor contractie van de spiervezels.
Wat is de functie van Sarcoplasmatisch reticulum?
- snelle calciumrelease en -opnamen in/uit cytosol
Welke soorten onderlinge verbindingen tussen de hartspiercellen zijn er?
Sterke intercellulaire adhesie
- desmosomen : intermediare filamenten
- zona adherens : actine
Snelle impuls geleiding
- gap junctions : laten ionen door bijv. calcium, kalium
Wat zijn de verschillen tussen de hartspiervezels en skeletspiervezels?
- hartspiervezels hebben meer en grotere mitochondria
- hartspiervezels hebben meer en grotere T-tubuli dan skeletspier en T-tubuli bevindt zich op de Z-lijn
- hartspiervezels hebben een minder goed ontwikkeld SR (calcium komt ook uit T-tubuli naar de cytosol)