HC 9 maagzuur, waarom? Flashcards

1
Q

Welke functies heeft een zuurshock in de maag?

A
  • antibacterieel
  • denaturatie van eiwitten
  • pepsine uit pepsinogeen omzetten
  • enzymactiviteit van pepsine waarborgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke typen kliercellen bevinden zich in de maagwand

A
  • hoofdcellen vormen pepsinogeen
    (pepsinogeen kan worden omgezet in pepsine -> pepsine kan door de aanwezigheid van een grote hydrofobe groep in een eiwit de werking van endopeptidase uitvoeren)
  • parietale cellen produceren zuur -> zoutzuur
  • muceuze cellen produceren slijm -> mucus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de bacteriele barrierre?

A
  • als een bacterie in de maag terecht komt, wordt ook in de bacterie de pH verlaagd
  • Door deze intracellulaire verzuring sterven de meeste bacterien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is probiotica?

A

levende micro-organismen die we via de voedsel innemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe kunnen de bacterien van probiotica levend de darmen bereiken?

A

kunnen zichzelf handhaven in het zure mileu van de maag dmv intracellulaire buffering
(dmv protonpompen, decarboxylering of ammonium productie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kunnen parietale cellen in de maagwand?

A

Deze cellen kunnen CO2 en H2O omzetten in protonen en bicarbonaat (HCO3-)
De protonen worden aan de apicale zijde afgezet en het bicarbonaat aan de basolaterale zijde (bloedbaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat er zoutzuur?

A

Door de opname van chloride ionen aan de basolaterale zijde en opname van protonen ontstaat er zoutzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de werking van muceuze cellen?

A

GAG’s houden veel water vast -> diffusie barriere ontstaat die de uitwisseling van protonen (verzuring van cellen) verhindert
Musceuze cellen scheiden bicarbonaat uit -> bufferlaag ontstat in de slijmlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de meest oude vorm van maagzuurremmer?

A

Buffering van de zuurgraad van de pH
Bijvoorbeeld: antacidum (grijpt direct in op de concentratie protonen in maagzuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heten de maagzuurremmers die indirect werken en wat beinvloeden ze?

A

ze beinvloeden de maagzuursecretie
Cimetidine en ranitidine grijpen in op de histamine receptor, zodat er geen cAMP wordt afgegeven en er minder protonen worden afgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke maagzuurremmer werkt op de nervus vagus?

A

Vagotomie
Er vindt geen acetylcholine afgifte plaats, waardoor de calciumconcentratie niet wordt verhoogd en er geen protonen afgifte plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt omeprazol?

A

grijpt direct in op de proton-kaliumpomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de nadelen van chronisch gebruik van maagzuurremmers

A
  • verminderde opname van eiwitten (aminozuren)
  • verminderde bacteriele barriere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaan maagzweren?

A

doordat de slijmlaag van het maagepitheel beschadigd is
de bacterie die dit veroorzaakt is de helicobacter, deze bacterie scheidt stoffen uit die de mucuslaag afbreken
hierdoor komt het zuur in contact met de cellen waardoor er een ontstekingsreactie zal plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe kan de helicobacter zich vasthechten aan de mucuslaag?

A

doormidel van lange flagellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe kan het dat de helicobacter blijft leven in het zure milieu van de maag?

A

door via een inerne buffer protonen uit te scheiden
dit doet de bacterie door de binding van protonen aan ureum door middel van urease
hierbij komt ammoniak en bicarbonaat (13CO2 ontstaat waneer bicarbonaat bindt aan protonen) vrij
de bacterie zorgt er dus voor dat er een basische omgeving om zich heen zal vormen

17
Q

Hoe kan de aanwezigheid van een helicobacter worden aangetoond?

A

al het 13CO2 dat vrijkomt kan worden gelabeld door inname van gelabeld ureum

18
Q

wat is een endoprotease?
Waar knipt het bij voorkeur tussen?
Wanneer kan pepsine bij aminozuren komen?

A

Pepsine is een endoprotease en dat wil zeggen dat het in het midden van een eiwitketen een verbinding verbreekt.
Knipt bij voorkeur de peptide bindingen tussen hydrofobe, met name aromatische aminozuren
pepsine kan alleen bij deze aminozuren komen, als het eiwit wordt onvouwen

19
Q

wanneer wordt een eiwit ontvouwen?

A

gebeurt onder invloed van zuur (denaturatie)

20
Q

Welke soorten aminozuren heeft een eiwit?

A

ongeveer evenveel zure aminozuren en basische aminozuren
Dit zorgt ervoor dat het eiwit zijn vorm behoudt (eiwit is ongeladen)

21
Q

Hoe werkt denaturatie dmv zuur?

A

wanneer het eiwit wordt aangezuurd, verdwijnen de negatieve ladingen door de toevoeging van protonen -> er blijven alleen positieve ladingen over
Deze positieve ladingen stoten elkaar af, waardoor de ketens ontvouwen

22
Q

Wat gebeurt er met een eiwit dat zich bevindt in een omgeving met een hoge ph?

A

de positieve ladingen verdwijnen

23
Q

benoem negatief geladen groepen

A

c-terminus
aspartaat
glutamaat
cysteine
tyrosine

24
Q

benoem postief geladen groepen

A

n-terminus
lysine
histidine
arginine

25
Q

welke groepen heeft het enzym amylase?

A
  • heeft ongeveer evenveel negatief als positief geladen aminozuren en is dus ongeladen
  • het ph-optimum van amylase is daardoor 7 (neutraal)
  • amylase denatureert dan ook in de maag
26
Q

welke groepen heeft het enzym pepsine?

A

heeft veel negatief geladen aminozuren
in het geval van een neutrale omgeving denatureert pepsine (gebeurt in duodenum)
in de maag denatureert het niet, omdat er een evenwicht tussen positief en negatief geladen aminozuren ontstaat (door zure pH)

27
Q

wat is de pKa waarde?

A

maat voor de zuursterkte
hoe lager de pKa, hoe sterker het zuur is
hoe dichter de pH bij de pKa, des te sterker de pH-bufferende werking

28
Q

wat is een zwitterion?

A

netto ongeladen molecuul

29
Q

wat is het iso-elektrisch punt?

A

wanneer de pH precies tussen de pKa-waarden van de zijgroepen ligt

30
Q

wat geldt wanneer pH > IEP

A

het eiwit is netto negatief geladen

31
Q

wat geldt wanneeer pH < IEP

A

eiwit is netto positief geladen