HC 7.6 fysiologie van de ademhaling Flashcards
Regelmatig patroon van in- en uitademen
Eupneu
Verstoring ademhaling: ademnood
Dyspneu
Verstoring ademhaling: ademstilstand
Apneu
Verstoring ademhaling: lange diepe inademing, korte uitademing
Apneusis
3 verschillende verstoringen in de ademhaling
Dyspneu, apneu, apneusis
4 belangrijke systemen van het ademhalingssysteem
Ventilatie, diffusie, perfusie, transport
Betekenis ventilatie (ademhalingssysteem)
Zuurstofuitwisseling met buitenlucht en het inwendige van de longen
Betekenis diffusie (ademhalingssysteem)
Zuurstof en koolstofdioxide overdracht tussen inhoud van de longen en de bloedbaan
Betekenis transport (ademhalingssysteem)
De bloedbaan zorgt voor transport van de moleculen
Betekenis perfusie (ademhalingssysteem)
Doorbloeden van weefsel met het zuurstofrijke bloed (gasuitwisseling)
Betekenis restvolume
De hoeveelheid lucht die altijd in de longen achterblijft na maximale expiratie
De druk wordt lager in vergelijking met de atmosferische druk
Inspiratie
De druk in de longen wordt groter en lucht stroomt de longen uit
Expiratie
2 voordelen vele vertakkingen in de longen
- oppervlaktevergroting
- daling in de snelheid
Laatste vertakking in de longen (waar zuurstof en koolstofdioxide overdracht plaatsvindt)
Alveoli
Hyperventilatie: wat gebeurt er met de pCO2 en de zuurgraad van het bloed?
Sterke daling van pCO2
Het bloed wordt basischer (aantal H+ neemt af)
Hypoventilatie: wat gebeurt er met de pCO2 en de zuurgraad van het bloed?
Stijging van pCO2
Het bloed wordt zuurder (aantal H+ neemt toe)
Het basischer worden van het bloed bij hyperventilatie
Alkalose
Het zuurder worden van het bloed bij hypoventilatie
Acidose
Waar bevinden zich de inspiratie en expiratie kernen?
In de medulla
Beschrijf het regelsysteem van de ademhaling
1) perifere chemoreceptoren en sensoren meten de chemische status van het bloed in de medulla
2) de medulla en de pons ontvangen de informatie
3) de centrale sensoren gaan naar de hersenen
4) vanuit daar gaan commando’s richting de spieren
Noem de vier sensoren van het ademhalingssysteem
- perifere chemosensoren
- centrale chemosensoren in de hersenstam
- mechanoreceptoren in de longen en luchtwegen
- spierspoeltjes in de tussenribspieren
Waar bevinden de twee perifere chemosensoren zich?
- aortaboog (globus aorticum)
- arteria carotis communis
Perifere chemosensoren: snel/langzaam, meten met name pO2/pCO2?
Snel, meten met name O2
Centrale chemosensoren: snel/langzaam, meten met name pO2/pCO2?
Langzaam, meten met name pCO2
Noem de twee celgroepen waar de expiratie- en inspiratiegroepen uit bestaan
- Dorsal respiratory group (DRG)
- Ventral respiratory group (VRG)
Dorsal respiratory group (DRG): sensorisch/motorisch, ondersteunen inspiratie/expiratie?
Sensorisch, inspiratie
Ventral respiratory group (VRG): sensorisch/motorisch, ondersteunen inspiratie/expiratie?
Sensorisch & motorisch, inspiratie & expiratie
Betekenis ritmogenese
Actief inademen en passief uitademen
Wat heeft de pons voor functie in het ademhalingssysteem?
Activatie en deactivatie van DRG en VRG
Waar bevinden de perifere chemosensoren in de arteria carotis communis zich?
In de glomuscellen