HC 5 Flashcards
samenhang tussen kwalitatieve (onafhankelijke) en kwantitatieve (afhankelijke) variabele
vergelijken van gemiddelden meetniveaus (cohen’s d)
cohen’s d formule
(mean1 - mean2) / SDpooled
SDpooled = Wortel ((SD1 kwadraat + SD2 kwadraat) / 2)
cohen’s d vuistregel
minimaal
d = |0,2| is klein effect
d = |0,5| is medium effect
d = |0,8| is sterk effect
samenhang tussen kwantitatieve variabelen
correlatiecoëfficiënt (pearson) of regressieanalyse
correlatiecoëfficiënt
ligt tussen -1 en 1
1 is een lijn van linksonder naar rechtsboven, -1 is een lijn van linksboven naar rechtsonder, 0 is een rechte lijn van links midden naar rechts midden
vuistregel lineair of niet-lineair
|pearson| >= |spearman| is lineair
|pearson| < |spearman| is niet-lineair
enkelvoudige lineaire regressieanalyse
Y = a + b * X + e
a = intercept ofwel snijpunt met de y-as b = richtingscoëfficiënt = delta y / delta x
deviaties
waarden die afwijken van de lijn
optimale regressielijn
deviaties kwadrateren en optellen > optimale lijn is lijn met kleinst mogelijke waarde voor gekwadrateerde deviaties
inhoudelijk betekenisvol intercept
nieuwe variabele maken, transformatie uitvoeren waarbij de waarde 0 naar de kleinste waarde in je data verwijst
r squared
determinatiecoëfficiënt