HC 5 Flashcards

1
Q

samenhang tussen kwalitatieve (onafhankelijke) en kwantitatieve (afhankelijke) variabele

A

vergelijken van gemiddelden meetniveaus (cohen’s d)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cohen’s d formule

A

(mean1 - mean2) / SDpooled

SDpooled = Wortel ((SD1 kwadraat + SD2 kwadraat) / 2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cohen’s d vuistregel

A

minimaal
d = |0,2| is klein effect
d = |0,5| is medium effect
d = |0,8| is sterk effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

samenhang tussen kwantitatieve variabelen

A

correlatiecoëfficiënt (pearson) of regressieanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

correlatiecoëfficiënt

A

ligt tussen -1 en 1
1 is een lijn van linksonder naar rechtsboven, -1 is een lijn van linksboven naar rechtsonder, 0 is een rechte lijn van links midden naar rechts midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vuistregel lineair of niet-lineair

A

|pearson| >= |spearman| is lineair

|pearson| < |spearman| is niet-lineair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

enkelvoudige lineaire regressieanalyse

A

Y = a + b * X + e

a = intercept ofwel snijpunt met de y-as
b = richtingscoëfficiënt = delta y / delta x
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

deviaties

A

waarden die afwijken van de lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

optimale regressielijn

A

deviaties kwadrateren en optellen > optimale lijn is lijn met kleinst mogelijke waarde voor gekwadrateerde deviaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inhoudelijk betekenisvol intercept

A

nieuwe variabele maken, transformatie uitvoeren waarbij de waarde 0 naar de kleinste waarde in je data verwijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

r squared

A

determinatiecoëfficiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly