HC 1 -2 Flashcards

1
Q

Wie heeft in 1900 de Belangrijkste functie van management geformuleerd?

A

A. Fayol
B. Watson
C.Maslow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de belangrijkste functies van een manager?

A

Plannen
Organiseren
Leidinggeven
Coördineren
Controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het verschil tussen een leidinggevende en manager?

A

Management is dus een ruimer begrip dan
leidinggeven; Manager is op de achtergrond bezig

Leidinggevende stuurt direct het handelen van
mensen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer spreken we van een organisatie?

A

Is een duurzaam samenwerkingsverband en middelen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem het Type organisatie die het beste bij de volgende uitspraak past:

Deze organisatie is opgericht(ingesteld) met een specifiek doel. Bijvoorbeeld een school voor kinderen met autisme.

A

Instelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem het Type organisatie die het beste bij de volgende uitspraak past:

Dit is een organisatie voor Geestesziek.

A

Inrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem het Type organisatie die het beste bij de volgende uitspraak past:

Een ondernemingen die goederen of diensten verkopen aan klanten met het doel: er winst aan over te houden

A

profitorganisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem het Type organisatie die het beste bij de volgende uitspraak past:

Een organisatie die zonder winstoogmerk ideële (Ideologisch) doelen nastreeft

A

non-profitorganisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem het Type organisatie die het beste bij de volgende uitspraak past:

Organisaties die een ideëel doel proberen te
realiseren aan de hand van bedrijfseconomische
principes.

A

Not-for-profitorganisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er bestaan 2 Rechtsvormen van een ideële organisatie welke zijn deze en wat houden ze in?

A

Stichting: een rechtspersoon waarin een bestuur een vermogen of andere middelen aanwendt voor een ideëel doel

Vereniging: een samenwerkingsverband van leden die een gemeenschappelijk ideëel doel nastreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen organisatie leer en organisatiekunde?

A

Organisatieleer/theorie Is de tak van wetenschap die iets zegt over de
feitelijke structuren van organisaties en de
processen binnen organisaties.
- richt zich op de wetenschap en het toetsen van hypotheses.

Organisatiekunde: De leer die zich richt op de vaardigheden die nodig
zijn om goed te kunnen organiseren of goed te
kunnen werken in organisaties.
- vooral gericht op het vergen van kennis van de organisatie.
-inzichtelijk maken van modellen gebaseerd op de theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem waarom beleid in een organisatie van belang is?

A
  1. De organisatie dient zich voortdurend aan te passen aan de omgeving, denk aan wensen vande klanten en maatschappelijke veranderingen.
  2. Regelgeving door de overheid, denk aan de desentratlisatie de decentralisatie, dit was een directe aanleiding tot beleidsaanpassing.
  3. Aandacht voor interne omgeveing bijvoorbeeld: bekwaam personeel en het effectief en efficient functioneren van de organisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen effectiviteit en efficiëntie?

A

Effectiviteit: doeltreffendheid; de mate waarin het doel bereikt wordt.

Efficiëntie: doelmatigheid; de mate waarin de beschikbare middelen om het doel te behalen nuttig worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een SWOT-analyse wordt binnen bedrijven vaak gebruik om een aantal zaken in kaar te brengen. Benoem wat de functie is van de SWOT-analyse en wat je hier mee in kaart kunt brengen?

A

Een SWOT-analyse is een manier om de externe- en interne situaties in kaart te brengen om daarop het strategisch beleid te baseren.

Hierbij analyseer je:

  • externe situaties op kansen en bedreigingen;
  • Interne situaties op sterkten en zwakte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

McKinsey staat bekend voor welk model?

A. SWOT-analyse model
B. 7s-model
C. PDCA-model

A

B. 7s model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Margo Gebruikt het SWOT-model om de externe situaties van de organisatie te analyseren. Welke factoren zal je hierbij onderzoeken?

A

DRETS:

  • Demografisch
  • Regels en wetten
  • Economie
  • Techniek
  • Sociaal
17
Q

Welk model kun je gebruiken on de marktpositeie van het product en de organisatie te analyseren?

A

De BCG-marketanalyse

18
Q

Wat kun je in het beleidsplan van een organisatie vinden?

A

Een beschrijving van veranderingen die de organisatie nastreeft, met precieze gegevens over hoe en binnen welk tijdsbestek die veranderingen worden nagestreefd.

19
Q

Wat staat in het beleid van een organisatie?

A

(richt)lijnen en afspraken binnen een organisatie die zijn opgesteld om de doelen te kunnen bereiken en de middelen efficiënt in te zetten.

20
Q

wat is het verschil tussen het extern- en intern beleid?

A
  • Extern beleid: richt zich op de relaties met de buiten wereld bijvoorveeld wijk(strategie)
  • Intern beleid: Richt zich op de relaties binnen de organisatie
21
Q

Wat verstaan we onder tactisch beleid?

A

Tactisch beleid is het organiseren van samenwerking en communicatie in de organisatie.

  • organisatiestructuur
  • communicatiestructuur
  • besluitsvormingsprocedures
  • Inrichting van werkruimte etc.
  • Contextualiseren van de strategie naar de interne organisate per functie.
  • voor al gericht op het vergroten van efficientie
22
Q

Uit welke onderdelen bestaat het 7s-model van Mckinsey?

A
  1. Structure – structuur
  2. Strategy – strategie
  3. Systems – systemen
  4. Style – stijl van management
  5. Staff – personeel
  6. Skills – sleutelvaardigheden
  7. Shared values – gemeenschappelijke waarden
23
Q

Hoe kun je de gemeente informeren van de veranderingen binnen je organisatie?

A
  • Uitnodigen om langs te komen.
  • Jaarverslagen
  • Beleidsontwikkelingen
  • Kwaliteitsmetingen
24
Q

Wie ligt ten grondslag avn het Total Quality Management en wat houdt deze in?

A
  • Corsby heeft grondslagen gelegd voor het Total Quality Management
  • Gaat uit van ‘zero-defects’-concept: dat je uitgangspunt in het werk is nul fouten te maken in de diverse fasen van je werkprocessen → alle lagen organisatie Crosby heeft vastgesteld: - Dat een optimale kwaliteitszorg kan leiden tot een kostenbesparing van wel 30%
25
Q

Wat houd het PDCA-check in?

A
26
Q

Wat houdt het Accridatie kwaliteitssysteem in ?

A

Dit is een kwalitetssysteem waarin:

  • Kwalificatie door externe toetsing
  • Bijvoobeeld in het Hoger onderwijs: Te weinig punten kan zorgen voor het stopzetten van subsidie
27
Q

Tot welke Kwaliteitssysteem behoren de volgende uitspraken:

Het nauwkeurig beschrijven van het transformatie process ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’- mentatliteit.

A

Iso-cetrificering: hierbij wordt een naukeurige beschijving gegeven van de het transformatie process

28
Q

Wat houden de CE-normen in?

A

CE-keurmerk: alle producten binnen europa moeten voeldoen aan deze eisen/Wetgeving

29
Q

Benoem de 5 Kwaliteistsystemen?

A
  • Accreditatie
  • ISO-certificering / HKZ-certificering
  • CE-normen (Europees keurmerk)
  • Kwaliteitscirkels – intervisie
30
Q
A