Hart Flashcards

1
Q

Het hart werkt eigelijk als 2 pseudosyscytia waardoor er een functioneel pompwerking is.
Stelling 57

A

Juist.
Synsytia is een groep van cellen die zich gaat gedragen als 1 geheel. De contractie van ene cel, zal door het doorgeven via intercallaire cellen ervoor zorgen dat alle cellen samen zullen gaan contraheren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De sympaticus zorgt voor een stijging van de hoek alfa van de prepotentiaal, wat kan zorgen voor een hogere bloeddruk.
Stelling 58

A

Juist.
De sympaticus zal zorgen voor een grotere hoek alfa. Hierdoor zal het hartritme kunnen gaan stijgen. Een stijgende hartritme zorgt voor een stijgende CO, die zorgt voor een stijgende bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De sympaticus heeft een positief chronotroop effect door de fosforylatie van fosfolamban.
Stelling 59

A

Fout,
Chronotroop = Het hart heeft dekvermogen om zijn hartritme zelf te gaan regelen.
De fosforylatie van fosfolamban zal inderdaad zorgen voor een grotere hartritme, omdat de AP sneller op elkaar doorgegeven kunnen worden. Echter zal deze hartritme stijgen ten gevolge zijn van een positief inotroop effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het ECG is een goed diagnostisch tool omdat het van een 3D beeld een 1D projectie maakt.
Stelling 60

A

Fout,
De ECG gaat geen diagnostische tool vormen. Het zal enkel informatie over de hartwerking kunnen weergeven. Hierbij zal het afhankelijk van de ligging van de elektroden een 3D of 1D projectie kunnen geven. Door het weergeven naar een 1D vlak verlies je net informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De sympaticus doet de SV dalen, maar tegelijkertijd ook de EDV doen stijgen.
Stelling 61

A

Fout,
De sympaticus zal zorgen voor een grotere contractiekracht door het langer openen van de Ca2+ kanalen. Hierdoor zal het SV stijgen en het ESV dalen. Het EDV veranderd niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het hart bestaat uit 2 pseudosyncitia waardoor er maar 1 prikkelgenerator nodig is.
Stelling 62

A

Fout,

Er zijn verschillende prikkelgeneratoren die elkaar gaan overbruggen en zelf overbrugt worden door externe stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het verschil tussen hart en skeletspier is dat de Ca2+ vrijzetting wordt uit de mitho’s
Stelling 64.

A

Fout,
Het verschil tussen een skeletspier cel is dat er bij de hartspier Ca2+ in het cythosol zal gaan stromen, wat leidt tot het vrijlaten van Ca2+ uit de SPR => Ca2+ induwde Ca2+ vrijzetting. Bij de skeletspier zal de Ca2+ afkomstig zijn uit de SPR na AP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De inotropie van het hart wordt sterk beïnvloed door het bloedvolume in de ventrikels op het eind van de isovolumetrische relaxatiefase.
Stelling 65

A
Fout,
Inotropie = vermogen die het hart heeft om zelf zijn contractiekracht te regelen. Op het einde van isovolumetrische relaxatiefase bevindt men zich op het ESV. Echter zal de contractie kracht beïnvloed worden door het EDV, wanneer er isometrische contractiefase plaatsgrijpt. hierbij is de spiervezellengte niet veranderd maar wel de druk. Hierdoor zullen de elastische componenten van het hart gaan uitrekken of dP/dt. Het wordt beïnvloed door de sarcomeerlengte aan het einde van dit volume of heterometrische aanpassing van de contractie. De EDV wordt beïnvloed door :
- Veneuze retour naar het hart.
- contractietoestand van de atria's.
- pericardiale druk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Cardiac output wordt beïnvloed door de PS.

Stelling 66

A

Juist,
CO = HR * SV. Hierbij zal het ook gelijk zijn aan de sinusknoop*inotropie. Het hartritme kan met andere andere woorden geregeld worden door de PS. Hierbij zal de PS een negatieve invloed hebben en het hartritme doen dalen via de N.Vagus. Acetylcholine wordt hierbij vrijgegeven, deze zal zorgen voor het openen van K+-kanalen waardoor de RMP nog negatiever is door het uitstromen van de K+. DE drempelwaarde voor de AP gaat daardoor bij een veel grotere stimulatie bereikt worden… Echter gaat de werking van de PS snel voorlopen zijn omdat de AV-knoop en sinusknoop acethylcholinesterase bevatten die acetylcholine zullen afbreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Thv de sinusknoop, AV en purkinjevezels heeft de S een stimulerend effect op de Na+-K+ATP’ase , waardoor de frequentie stijgt.
Stelling 67

A

Fout,
De S zal deze gaan remmen zodat het herstel veel trager zal gaan plaatsgrijpen en zo de prepotentiaal behouden wordt. Door de hogere prikkelbaarheid zullen de volgende spikes sneller volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De sympaticus heeft een belangrijk positief inotroop effect op de werking van Franck-starling.
Stelling 68.

A

Fout,
Het is de wet van FS die een positief inotroop effect heeft.
In boek juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

in de latente periode is de spiervezel opnieuw helemaal ontspannen
Stelling 69.

A

Fout,
Tijdens de latente periode zal de concentratie Ca2+ stijgen en de contractie beginnen. De latente periode is de periode tussen de begin van de deporalisatie en de begin van de contractie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De zeer lange prikkel oponthoud thv de AV knoop garandeert dat er geen titanische contractie optreedt.
Stelling 70.

A

Fout,
Het ophouden van de prikkels ter hoogt hand de AV knoop zorgt voor de goede vulling van de ventrikels. De titanische contractie wordt vermeden door de lange plateau fase van de AP in de myocard cel. Deze wordt veroorzaakt door trage sluitende Ca2+ kanalen en de verhoogde geleiding van de k+ kanalen.

OF : fout, hart trekt zich niks aan van de gabba neuronen die geblokkeerd worden door het toxine. Hart depolariseert over heel lange periode met een plateaufase, en de contractie gebeurt tijdens de AP. Refractaire periode is bij hartspier heel lang waardoor ze beschermd is tegen een volgende prikkel dus mogelijke tetanische contractie. Als de prikkel aankomt in AV knoop is er duidelijk vertraging van het signaal met 0,1s door de lange refractaire periode die veroorzaakt wordt door kleinere cellen en minder nexi en gap junctions. De vertraging door lange refractaire periode verzekert voldoende vulling van de ventrikels. Het is de lange refractaire periode die zorgt voor tegengaan van tetanische contractie (en oponthoud prikkel). Lange refractaire periode komt door lange duur van repolarisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De lange prikkel oponthouden thv de AV knoop zorgt voor een functioneel vul en ledigingsfase van de ventrikels.
Stelling 71

A

Juist

De vertraging zorgt voor een goede vulling van het hart, maar niet het ledigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De wet van FS zorgt ervoor dat de bloeddruk op peil wordt gehouden bij shock.
Stelling 72

A

Fout,

Bij shock zullen alle arteriële open gaan. Hierdoor zal de BV dalen, SV daalt, CO daalt, EDV daalt, FS daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De wet van FS kan niet meer gelden wanneer de sympaticus al actief is op een myocardcel.
Stelling 73

A

Fout,

De wet van FS is afhankelijk van de vulling van het hart en gaat niet rechtsreeks door de S beïnvloed worden.

17
Q

Tijdens de latente periode veranderde de Ca2+ concentraties significant in het cytosol.
Stelling 74

A

Juist

Deze zal zorgen voor contractie.

18
Q

De actieve spanningscurve kan alleen opgesteld worden voor de hartspier, niet voor de skeletspier.
Stelling 76

A

Fout, waarom???

19
Q

Onder invloed van de sympaticus zal de actieve spanningscurve van de myocardcel en de skeletspiercel verschuiven.
Stelling 77.

A

Fout,

die van een skeletspier niet.

20
Q

De sympaticus zorgt dat de hoek alfa van de prepotentiaal groter wordt door de nodale cellen te beïnvloeden en hierdoor kan de bloeddruk stijgen.
Stelling 78.

A

Juist,
sympathicus zorgt voor positief chronotroop effect -> beta receptor -> stijging hartritme (tachycardie) + stimuleren van prikkelgeleiding (dromotropie) -> stijging CO -> kan hogere bloeddruk veroorzaken. De grootte van de hoek alfa is afhankelijk van temperatuur, sympathicus, achetylcholine (remming prikkelgeleiding en brachycardie) en hyper/hypothyroidie via sympathicus.

21
Q

De sympaticus zal thv de capillairen vasomotie veroorzaken en dit effect is anders omdat het een vasodilatatie teweeg brengt thv de spieren.
Stelling 79

A

Fout,

Capillairen geen vasomtie.

22
Q

Het verschil tussen hart en skeletspier is dat enkel de skeletspierdepolarisatie een massale Na-influx is.
Stelling 81

A

Fout,

23
Q

FS wordt beïnvloed door VCC

Stelling 82

A

juist, VCC = vasoconstrictorencentrum. (VDC=vasodilatterende centrum). De VCC verhoogt de tonus van de sympaticus, VDC verlaagt de tonus van de sympaticus. Barosensoren in de catoris sinus en aortaboog, deze meten BD veranderingen. Als de BD daalt zullen minder stimuli in barosensoren aanwezig zijn en dus minder afferente pulses naar de 2 centrale centra in de bulbus.

24
Q

Tijdens een isometrische contractie fase zullen de sarcomeren licht verkorten.
Stelling 89.

A

juist, dit wordt opgevangen door elastische componenten die aan het contractiel apparaat zijn bevestigd.

25
Q

De sympaticus heeft een positief isotroop effect door grotere vulling van de ventrikels.
Stelling 117

A

Juist