Handig om te weten ๐ Flashcards
Descriptive statistics
Statistical procedures, used to summarize, organize and simplify data
Inferential statistics
Techniques that allow us to study samples and then make generalizations about the populations from which they were selected
Discrete variabelen
Alleen hele waarden zijn mogelijk
Continue variabelen
Kan elke waarde aannemen
Ordinale data/schaal
De data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een duidelijke rangorde
Nominale data/schaal
Geen data is gemeten
Ratio data/schaal
Een kwantitatieve schaal met een betekenisvol of absoluut nulpunt en gelijke intervallen tussen aangrenzende punten
Interval data/schaal
Een bereik van waarden met een betekenisvol wiskundig verschil, maar geen absolute nul
Wanneer gebruik je een histogram of polygon?
Wanneer de gegevens bestaan uit numerieke scores die zijn gemeten op een interval- of ratioschaal
Wanneer gebruik je een โbar graphโ?
Wanneer de scores worden gemeten op een nominale of ordinale schaal (meestal niet-numerieke waarden)
โSmooth curveโ (bijv normale verdeling)
Laat relatieve veranderingen zien die optreden van de ene score naar de volgende,
Gebruiken wanneer een populatie bestaat uit numerieke scores van een interval- of ratioschaal
mode aka modus
De score met de hoogste frequentie
positively skewed distribution
Piek aan de linkerkant
negatively skewed distribution
Piek aan de rechterkant
Bimodal
Twee modussen