H9 Flashcards
Periodieke beweging
beweging die zich regelmatig herhaalt
Evenwichtsstand
blokje aan een veer in stilstand
Trilling
periodieke beweging om een vaste evenwichtsstand
Trillingstijd/periode
herhaaltijd
Frequentie
aantal herhalingen in één seconde
Uitwijking
afstand tot de evenwichtsstand
Amplitude
maximale afstand tot de evenwichtsstand
Fase
aantal trillingen dat is uitgevoerd sinds de evenwichtsstand voor het eerst in de richting van de positieve uitwijking is gepasseerd
Gereduceerde fase
waarde om vast te leggen welk deel van de trilling het systeem op dat moment heeft uitgevoerd
Cardiogram
elektronen zijn verbonden met gevoelige spanningsmeter die signaal doorgeeft aan computer
Oscilloscoop
apparaat dat de elektrische spanning weergeeft als de functie van tijd
Oscillogram
spanning zichtbaar gemaakt door lichtgevende stip, alle stippen samen
Tijdbasis
in hoeveel tijd de stip één schaaldeel
Gevoeligheid
spanning die hoort bij de hoogte van één hokje
Microfoon
zet geluidtrilling om in spanning die je met oscillogram zichtbaar maakt
Resulterende kracht
rechtevenredig met de uitwijking
Krachtconstante
Gelijk aan veerconstante
Faseverschil
verschil in fase tussen twee punten
Kinetische Energie
momenten van snelheid
Veerenergie
momenten dat uitrekking ongelijk is aan 0
Trillingsenergie
som van veerenergie en kinetische energie
Maximale snelheid
snelheid op het moment dat een voorwerp de evenwichtsstand passeert
Eigenfrequentie
frequentie waarmee een systeem uit zichzelf trilt
Gedwongen trilling
trilling die wordt aangedreven door een periodieke kracht van buitenaf
Aandrijffrequentie
frequentie waarmee de kracht verandert
resonantie
is gelijk aan eigenfrequentie, dus amplitude veel groter dan de aandrijffrequentie
Transversale golf
als trillingsrichting van de deeltjes in koord loodrecht staat op de bewegingsrichting van de golf
Longitudinale golf
trillingrichting deeltjes zijn gelijk aan de richting waarin de golf beweegt
Golflengte
lengte van golfberg en golfdal samen
Trillingsenergie
energie wat wordt overgedragen door bewegen uiteinde koord en wordt doorgegeven naar volgende punt
Medium
tussenstof om trilling te kunnen doorgeven
Zuivere toon
beweging is een harmonische trilling
Toonhoogte
bepaalt door frequentie
Geluidssterkte
bepaalt door amplitude
Superpositie
optellen van de amplitudes van twee golven
Buik
geluid wordt versterkt
Buiklijn
punten op lijn trillen met grotere amplitude dan punt waar het geluid uit één luidspreker komt
Knoop
geluid wordt verzwakt
Knooplijn
punten op de lijn trillen met een kleinere amplitude dan punt waar geluid uit één luidspreker komt
Constructieve interferentie
twee golven versterken elkaar
In fase
twee golven versterken elkaar maximaal
Destructieve interferentie
effect van verzwakking
Staande golf
bij bepaalde frequentie patroon van buiken en knopen
Grondtoon
n=1, staande golf met grootst mogelijke golflengte en dus laagste eigenfrequentie
Boventonen
voor grotere waarden van n is bijbehorende golflengte kleiner en bijbehorende frequentie hoger