H8 t/m H13 Flashcards

1
Q

vaste voortekens

A

de voortekens die bij de sleutel staan en betrekking hebben op het hele stuk en alle octaafreeksen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

toevallige voortekens

A

de voortekens die random in een maat voorkomen, gelden alleen tijdens die maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interval

A

de afstand in hoogte tussen twee tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

harmonisch interval

A

wanneer de tonen van een interval gelijktijdig klinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

melodisch interval

A

wanneer de tonen van een interval na elkaar klinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toonladder

A

vaste reeks van opeenvolgende toonsafstanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat maakt de toonladder?

A

De afstanden tussen de tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Grote-terts toonladder

A

majeur toonladder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stamtoonreeks

A

een toonladder die uit alleen stamtonen bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bouw je een majeur toonladder op qua intervallen?

A

1 - 1- 1/2 - 1 - 1 -1 -1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noemen we de eerste toon van een toonladder?

A

De grondtoon of tonica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diatonische toonladders

A

Toonladders die uit twee soorten toonafstanden bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chromatische toonladders

A

toonladders die alleen halve afstanden gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pentatonische toonladders

A

toonladders bestaande uit 5 tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drieklank

A

Het samenklinken van 3 verschillende tonen: een toon (prime), de terts op die prime en de kwint op diezelfde prime.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe speel je de tonen van een drieklank lang gebroken?

A

arpeggio style: volledige toonladder van beneden naar boven & weer terug

17
Q

Hoe speel je de tonen van een drieklank kort gebroken

A

Speel telkens 4 tonen van de drieklank, dan weer 4 tonen maar vanaf de volgende toon in de drieklank enz.

18
Q

Wat hoor je als een geluidsgolf regelmatig is?

19
Q

Wat hoor je als een geluidsgolf onregelmatig is?

20
Q

Wat zijn de houten blaasinstrumenten?

A

Blokfluit, fluit, hobo, klarinet, saxofoon, fagot

21
Q

Wat zijn de koperen blaasinstrumenten?

A

trompet, trombone, cornet, buge, bariton, hoorn en tuba

22
Q

Wat zijn de gestreken snaarinstrumenten?

A

viool, altviool, viola da gamba, cello en contrabas

23
Q

Wat zijn de getokkelde snaarinstrumenten?

A

gitaar, mandoline, harp, spinet en klavecimbel

24
Q

Wat zijn de aangelsagen snaarinstrumenten?

25
Q

Wat zijn de slaginstrumenten met vel?

A

trommel, pauk, tamboerijn, bongo

26
Q

Wat zijn de slaginstrumenten waarbij het instrument zelf gebruikt wordt?

A

beken, gong, xylofoon, vibrafoon, triangel