H8 Cel membranen Flashcards
Functies membraan eiwitten
- Transport
- Enzym activiteit
- Signaal transductie
- Cel herkenning
- Intercellulaire verbinding
- Verbinding met cytoskelet en extracellulaire matrix
Cholestrol
Werkt als vloeibaarheidsbuffer
Diffusie
netto verplaatsing van een stof van plek met hoge concentratie naar een plek met lage concentratie
Diffusie snelheid hangt af van:
Bewegingssnelheid deeltjes (temperatuur)
Aantal deeltjes (concentratie verschil)
Oppervlakte
Af te leggen afstand
Osmose
Diffusie van water, door een selectief permeabel membraan. Van een plek met lage osmotische waarde naar een plek met hoge osmotische waarde
Osmotische waarde
Aantal opgeloste deeltjes in een oplossing
Hypotoon
Extracellulaire omgeving heeft lagere osmotische waarde
Isotoon
Extracellulaire omgeving heeft gelijke osmotische waarde
Hypertoon
Extracellulaire omgeving heeft hogere osmotische waarde
Turgor
Druk van de cel tegen de celwand, doordat water de cel in gaat
Plasmolyse
Het loslaten van het celmembraan van de celwand, doordat water de cel uit gaat
(Het cytoplasma is hypotoon ten opzichte van een hypertone extracellulaire omgeving)
Grensplasmolyse
Isotone omgeving
Hiermee bepaal je osmotische waarde van de cel
Hoe kun je cel de bouw van celmembranen beschrijven?
Celmembranen zijn vloeibare mozaïeken van vetten en eiwitten
Wat voor gevolgen heeft dit voor het functioneren van celmembranen? (Hoe kunnen sommige stoffen de cel in/uit en anderen niet?)
De structuur van celmembranen maakt ze selectief permeabel
Hoe kunnen stoffen ‘vanzelf’ de cel in/uit?
Passief transport is diffusie van een stof over een membraan waarbij geen energie nodig is.