H7 Begrippen Flashcards

1
Q

Elektromagnetische golven

A

Gedraagt als deeltje en een golf
Beweegt in allerlei richtingen
Geen medium (tussenstof) nodig
Vaste snelheid van vacuüm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Snelheid elektromagnetische golven in vacuüm

A

3.0 x 10^8 m/s : lichtsnelheid (C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Frequentie

A

(f)

Aantal keer dat de bron op en neer beweegt in 1 seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Golflengte

A

(λ)

Lengte van 1 golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Golflengte berekenen

A

λ = C/f
C: m/s
f: hertz, Hz
λ: m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1 nanometer (nm) naar meter

A

10^-9 m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Elektromagnetisch spectrum

A

Soorten elektromagnetische straling met dezelfde eigenschappen

Teken spectrum

Hoe groter golflengte hoe schadelijker de straling (ioniserend vermogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elektromagnetische straling op voorwerpen

A
  1. Transmissie - passeert onverhindert
  2. Reflectie - weerkaatst
  3. Absorptie - straling wordt opgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Röntgenstraling

A

Botten : absorberen
Spieren en weefsel : laten straling door
Beeld is negatief (schaduw : wit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Atomen

A

Kern : protonen(+), neutronen(+/-) (lijm)

Rondom/schillen : elektronen (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Massagetal

A

Protonen + neutronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kernkracht

A

Houdt de kerndeeltjes bij elkaar

Grotere kracht dan de afstotende elektrische krachten tussen protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ioniserende straling

A

Straling die atomen (elektronen) uit hun baan kan schieten

Er ontstaat een ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ion

A

Geladen atoom, positief/negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Radioactief

A
  1. natuurlijk : van zichzelf radioactief

2. Kunstmatig : door mensen gemaakt, stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dosimeter

A

Meten van straling die wordt uitgezonden als een instabiele kern vervalt

17
Q

Onstabiele kern

A

Als de kernkracht (+) en de onderlinge afstotende kracht (-) van protonen niet in balans zijn

Als hij verandert zendt hij ioniserende straling uit

18
Q

Isotopen

A

Atomen van hetzelfde chemische element
Zelfde atoomnummer, ander massagetal
Door verval ontstaan verschillende soorten

19
Q

Soorten verval

A
  1. α-verval : 4/2He
  2. β-verval : 0/-1 e (elektron) neutron > proton + elektron
  3. γ-verval : 0/0 γ (foton)
20
Q

Doordringend vermogen

A

Het vermogen van radioactieve deeltjes om een stof binnen te dringen

21
Q

Soorten doordringend vermogen

A
  1. alfa : laag doordringend, hoog ioniserend (sloopkogel) (papier)
  2. beta : laag (hoger) doordringend, hoog (lager) ioniserend (kogel) (aluminium)
  3. gamma : hoog doordringend, laag ioniserend (heel schadelijk) (speldenprik) (beton)

Beta en gamma ioniserend is ongeveer gelijk

22
Q

Equivalente dosis (H)

A

Maat voor kans op biologische schade door bestraling

Eenheid : Sievert (Sv) meestal milli

23
Q

Radiotherapie

A

Het bestralen van ziek weefsel in de gezondheidszorg
Van buitenaf: beta en gamma
Inwendig : beta en gamma (je wordt radioactief)
Alfa is te oppervlakkig

24
Q

De stralingsbron draait om je heen om schade aan gezond weefsel te beperken

A

.

25
Q

Bescherming

A
  1. Grote afstand
  2. Tijd kort houden
  3. Afschermingsmateriaal gebruiken (grote dichtheid)
26
Q

Besmetting

A

Het bij je dragen van NIET NATUURLIJK radioactief materiaal

27
Q

Geigerteller (GM-teller)

A

Radioactieve bronnen opsporen

Klikt als het straling registreert

28
Q

Achtergrondstraling

A

Natuurlijke straling die altijd en overal aanwezig is

Kosmische straling - uit het heelal

29
Q

Activiteit

A

Aantal atoomkernen dat per seconde vervalt
Eenheid: Becquerel (B1)
1MBq = 1 miljoen Bq

30
Q

Het proces van het vervallen van kernen is random en autonoom: zelfstandig

A

.

31
Q

Halfwaardetijd/halveringstijd

A

De helft van de instabiele kernen is na deze tijd vervallen, de activiteit is gehalveerd
Eenheid: t1/2
Als de halveringstijd klein is is de activiteit relatief groot

32
Q

Valkromme

A

Grafiek waarin de activiteit van een hoeveelheid stof is uitgezet tegen de tijd

33
Q

Medische isotopen

A

Productie in een kernreactor

Korte halveringstijd : hoge activiteit; straalt korter uit

34
Q

Tracers

A
Korte halveringstijd
1, in lab gemaakt, gammastraling
2, in lichaam in bepaald orgaan
3, straling geregistreerd
4, afbeeldingen afwijkingen zien
35
Q

Koolstofdatering

A

C-14 wordt door kosmische straling gevormd, het is radioactief

36
Q

C-14 meten

A

Voorwerp moet gemaakt zijn van dierlijke of plantaardige materialen
T1/2 : 5730 jaar