h7 Flashcards

1
Q

fysieke ontwikkeling van een lagerschoolkind

A

leniger, krachtiger, beter evenwicht, hogere reactiesnelehid. door beter hand-oorcoördinaat is beweging preciezer. activiteiten worden vloeiender.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lichamelijk prestatie

A

bv goed zijn in een sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cognitieve ontwikkeling

A

belangerijke waardigheden aanleren, ze worden geschoold en in cultuur leren ze dingen bij. ze gaan niet meer af of intuïtie maar gaan echt redeneren. er ontstaan nieuwe denkmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fase volgens piaget

A

concreet operationeel denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

‘operatie’

A

logische denkhandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

classificeren

A

beseffen dat een categorie onderdeel zijn van een grotere categorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

conservatie

A

besffen dat hoeveelheid van iets ongewijzigd blijft als de vorm verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

inlevingsvermogen

A

kunnen gedachten ven andere begrijpen. leren het perspectief van andere innemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

socio-emotionele ontwikkeling

A

ze zijn taak bewust, leergierig, hechten belang aan groep, vergelijken zichzelf,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gevolg van als kinderen zichzelf beginnen vergelijken

A

zicht op eigen talenten en beperkingen, leren zichzelf kennen en hun negatieve kantjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leeftijd, omschrijven zich met persoonlijkheidstrekken en talenten.

A

9jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

schoolkinderen basern hun zelfbeeld op deze 5 aspecten.

A
  • schoolse vaardigheden
  • sociale aanvaardig
    -uiterlijk
  • attetische prestaties
  • gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conflicht volgens Erikson

A

activiteit (werkzaamheid) <-> minderwaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

theorie van Erikson

A

ze moeten dingen goed kunnen en vertrouwen hebben. taak van de ouders en leerkrachten is dat ze aandacht geven aan talenten en het kind leren om fouten als leermomenten te zien en niet als mislukkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

conflict succesvol

A

zich ziet als iemand die iets goed kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

conflict slecht

A

gevoel van falen, zichzelf ziet als iemand weinig goed.

17
Q

competent

A

bekwam om nieuwe dingen te leren en goed te kunnnen