H6 Voortplanting Flashcards
Ovulatie
Eisprong; hierbij komt een eicel vrij uit één van de ovaria
Ovaria
Eierstokken
Bevruchting
Versmelten van de kern van de eicel met die van de zaadcel
Zygote
Bevruchte eicel
Klievingsdelingen
Delingen waarmee de cel niet groeit doordat er geen voedingsstoffen aanwezig zijn.p
Innesteling
Het vastzetten van het klompje cellen in het baarmoederslijmvlies
Trofoblast
Buitenste laag cellen en vormen het begin van de placenta
Kiemschijf
Hieruit ontwikkelt zich het embryo
Navelstreng
Transportroute tussen embryo en placenta. Bevat één ader (zuurstofrijk) en twee slagaders (zuurstof arm)
Amnion
Wand van amnion vormt binnenste vruchtvlies
Chorion
Wordt gevormd door de trofoblast en is het buitenste vruchtvlies.
SRY-gen
Remt en activeert een hele reeks andere genen waardoor de geslachtsorganen ontstaan.
Testes
Zaadballen
Zaadballen
Bestaan uit sterk gekronkelde zaadbuisjes die in de balzak zitten
Scrotum
Balzak
Bijbal
Slaan de zaadcellen op tot een zaadlozing optreedt.
Ejaculatie
Zaadlozing; hierbij duwen de spiertjes rond de bijballen en zaadleiders de zaadcellen naar de penis.
Zaadblaasjes
Voegen vocht toe aan passerende zaadcellen
Prostaatklier
Voegt vocht toe aan passerende zaadcellen
Diploïd
Cel met twee van elke chromosoom (2n). Één hiervan is van de vader, de andere van de moeder. Bevatten beide informatie over dezelfde erfelijke eigenschappen. Elke lichaamscel is diploïd.
Haploïd
Een cel met één van elke chromosoom (n). Bevat of eigenschappen van de moeder, of van de vader. Alle geslachtscellen zijn haploïd.
Meiose
Het verviervoudigen van een geslachtscel
Oögonia
Beginstadium van een eicel (diploïd)
Primaire oocyt
Oögenia dat is begonnen aan de meiose tot aan de profase I
Follikel
Cellen afkomstig van het ovarium vormen samen met de oocyt een follikel
Secundaire oocyt
Na het eindigen van meiose I is er één cel die al het grondplasma krijgt
Poollichaampjes
De andere cellen na meiose I
Spermatogonia
Kiemcellen in de wanden van de zaadbuisjes
Sperma
3mL per zaadlozing; 10% sperma en 90% vocht
Zygote
Bevruchte eicel
HCG
Wordt geproduceerd bij zwangerschap
IVF
Er worden meer follikels gerijpt doordat er hormonen worden toegediend. Als de follikels groot genoeg zijn, worden de eicellen uit de follikels gehaald. Die worden in een schaaltje gedaan waar de zaadcellen van de man inzitten. Na 48 uur zijn er embryo’s gevormd en worden er één of twee eicellen teruggeplaatst. Hierdoor is een grotere kans op tweelingen.
ICSI
Er wordt een zaadcel opgezogen en in de eicel geplaatst. Na de bevruchting is de behandeling gelijk aan IVf.
Vlokkentest
Cellen uit de vlokken van de placenta halen. Kans 1/50 dat het misgaat.
Vruchtwaterpunctie
Cellen uit het vruchtwater opzuigen. Kans 1/200 dat het misgaat.
Navelstrengproductie
Bloedcellen van het embryo krijgen via de navelstreng. Rond 19e week.
Kloon
Een genetisch identieke nakomeling van de ouder; bij ongeslachtelijke voortplanting
Soa
Seksuele overdraagbare aandoening
Condoom
Voorkomt dat zaadcellen eicel bereiken. Voorkomt ook SOA’s l
Anticonceptiepil
Bevat hormonen progesteron en oestradiol; een remmende werking op de rijping van de follikels
Spiraaltje
Voorkomt innesteling in de baarmoeder