H6 NL-Sp Flashcards
Het plan
El plan
Volgend, als volgt
Siguiente
Afspreken (met)
Encontrarse
Instappen; beklimmen, omhooggaan
Subir (a/en)
De ballon
El globo
Na het
Después de
Uitstappen; naar beneden gaan
Bajar (de)
Het laboratorium
El laboratorio
Voor, voordat
Antes de
Controleren, checken
Comprobar
Verbieden
Prohibir
Verboden (zijn)
(Estar) prohibido/-a
Voelen
Stentir
Welkom
iBienvenido/-a!
De stilte
El silencio
Stilte!
iSilencio!
Opendoen, openen
Abrir
Het programma
El programa
Het (beeld)scherm
La pantalla
Bewegen
Mover
De muis, de cursor
El cursor
De grafiek
El gráfico
De informatie
La información
De structuur
La estructura
De cel
La célula
Drukken, indrukken
Apretar
Het toetsenbord
El teclado
Activeren, aanzetten
Activar(se)
Het geluid
El sonido
Aanzetten, inschakelen
Encender
De vraag
La pregunta
Bewaren (in), opslaan (in/op)
Guardar (en)
De kopie
La copia
Het document
El documento