H6: Kredieten

Question 1

Krediet

Answer 1

het ter beschikkingstellen van goederen of geldelijke bedragen die pas later zullen worden terugbetaald

Question 2

Bankkrediet

Answer 2

overeenkomst tussen een bankier en een cliënt waarbij eerstgenoemde bereid is een bepaald bedrag toe te staan dat later zal worden terugbetaald op het overeengekomen tijdstip, mits intrest wordt betaald

Question 3

Waarborg

Answer 3

zekerheden die door de cliënt gesteld worden (persoonlijk of zakelijk) om het kredietrisico voor de bank te verminderen

Question 4

Verbruikskrediet / Consumptiekrediet

Answer 4

de bank verleent de cliënt een niet al-te-grote som voor een beperkte periode waarmee de cliënt allerlei aankopen uit het dagelijks leven kan mee financieren

Question 5

Kredietopening / Revolving

Answer 5

een soort permanente kredietlijn voor een vast bedrag, meestal zonder beperking in de tijd, voor als de gebruiker nood heeft aan cash

Question 6

Termijn van nulstelling

Answer 6

vooraf afgesproken tijdstip waarbinnen de cliënt opnieuw credit komt

Question 7

Kasfaciliteit

Answer 7

onder nul gaan op de zichtrekening

Question 8

Budgetreserve

Answer 8

automatisch krediet op maat met meer mogelijkheden

Question 9

Wentel kredietkaarten / Revolving kredietkaarten

Answer 9

kaarten met gespreide terugbetaling van het krediet

Question 10

Persoonlijke lening

Answer 10

een contract waarbij een door het Ministerie van Economische Zaken erkende derde aan een kredietnemer een geldsom ter beschikking stelt tot voldoening van uitzonderlijke uitgaven (huwelijk, medische kosten, …)

Question 11

Verkoop op afbetaling

Answer 11

een financiering die door de verkoper zelf wordt toegekend

Question 12

Beding van eigendomsvoorbehoud

Answer 12

de verkoper blijft eigenaar tot het product volledig is afbetaald

Question 13

Financieringshuur / Leasing

Answer 13

een goed wordt gehuurd tegen betaling van een periodieke huurprijs, op het eind wordt het goed teruggegeven of aangekocht

Question 14

Ballonfinanciering

Answer 14

leningen met een aantal extreem lage aflossingen en een eenmalige verhoogde aflossing aan het einde

Question 15

Wet op het consumentenkrediet

Answer 15

algemene regels die van toepassing zijn o alle kredietvormen

Question 16

JKP

Answer 16

Jaarlijkse Kostenpercentage: totale kosten van het krediet, uitgedrukt in een jaarlijkse interesvoet
(m * 24 * n)/(n + 1)
m = maandelijke lastenpercentage
n = duur in maanden

Question 17

Schuldcentralisatie

Answer 17

het hergroeperen van leningen in 1 enkele, met een langere looptijd en een hogere totale kost

Question 18

Borgstelling

Answer 18

de kredietverstrekker eist dat een persoon zich garant stelt voor de terugbetaling van de lening

Question 19

Hypothecair krediet

Answer 19

krediet op LT om een onroerend goed te verkrijgen

Question 20

Quotiteit

Answer 20

bedrag lening / verkoopwaarde vastgoed

Question 21

Schuldsaldoverzekering

Answer 21

een verzekering om zich in te dekken tegen het risico van het overlijden, de verzekering dekt het nog te betalen saldo

Question 22

Prospectus

Answer 22

een folder van de kredietverstrekker waarin alle leningsvoorwaarden staan

Question 23

Lening met vaste rente

Answer 23

lening waarbij de rentevoet en aflossingslast hetzelfde blijven

Question 24

Lening met variabele rente

Answer 24

lening waarbij de rentevoet op geregelde tijdstippen wordt herzien in functie van de marktevolutie

Question 25

Lening met variabele looptijd / Accordeonlening

Answer 25

lening met variabele rentevoet maar de maandelijkse aflossing blijft gelijk waardoor de duur van de lening variabel is

Question 26

Lening met progressieve maandelijkse aflossingen

Answer 26

lening waarbij de aflossing maandelijks stijgt

Question 27

Bulletkrediet

Answer 27

lening waarbij de kredietnemers tijdens de looptijd enkel een interestvergoeding betalen en op de eindvervaldag wordt het kapitaal in 1 keer terugbetaald

Question 28

Constante mensualiteiten

Answer 28

lening wordt in gelijke schijven terugbetaald

Question 29

Vaste kaitaalaflossingen

Answer 29

kredietnemer betaalt elke maand een vast deel van het kapitaal terug, hierop orden de nog te betalen interesten aangerekend: maandelijks daalt de te betalen som

Question 30

Vervroegde terugbetaling

Answer 30

mogelijkheid om een lening af te kopen en door een andere lening te vervangen

Question 31

Centrale Kredieten Particulieren

Answer 31

bevat gegevens van alle consumenten- en hypotheekkredieten die personen afsluiten voor privé-doeleinden

Question 32

Schatkistcertificaten

Answer 32

kortlopend schuldpapieren die twee keer per maand door de staat worden uitgegeven (gestandaardiseerd & gedematerialiseerd)

Question 33

Primary dealers

Answer 33

een aantal banken en beursvennootschappen die door de overheid erkend werden en die de liquiditeit op de secundaire markt waarborgen

Question 34

Loonbeslag

Answer 34

een akte waardoor de kredietnemer de kredietgever toelaat een deel van zijn inkomsten rechtstreeks door de WG te laten inhouden

Question 35

Gewone borgstelling

Answer 35

de schuldeiser moet zich eerst richten tot de hoofdschuldenar en alles in het werk stellen om zijn tegoed te recupereren, pas daarna kan hij zich wenden tot de borg

Question 36

Solidaire borgstelling

Answer 36

de hoofdschuldenaar en de borg staan op gelijke voet: de schuldeiser kan de volledige schuld van de of de ander eisen en hij moet dus niet bewijzen dat de hoofdschuldenaar niet solvabel is

Question 37

Ondeelbare borgstelling

Answer 37

als verschillende personen zich borg gesteld hebben, de schuldeiser de totale som van om het even welk borg kan eisen

Question 38

Beperkte borgstelling

Answer 38

het bedrag en de duur van de borgstelling worden beperkt

Question 39

Hypothecaire borgstelling

Answer 39

de borg, die ook eigenaar is van het OG, vestigd een hypotheek op dat goed

Question 40

Mini- of Flitskredieten

Answer 40

leningen van 50 tot max. 600 euro die binnen een maand moeten worden terugbetaald

Question 41

Gewone (hypothecaire) lening

Answer 41

het terbeschikkingstellen van de volledige som (niet in schijven)

Question 42

(Hypothecaire) kredietopening van onbepaalde duur

Answer 42

een overeenkomst waarbij de bank zich ertoe verbindt, in de vorm van voorschotten op termijn, een kapitaal ter beschikking te stellen van een cliënt

Question 43

Actuarieel

Answer 43

op een wiskundig correcte manier

Question 44

Commerciële kortingen

Answer 44

blijven geldig gedurende de hele looptijd van het krediet

Question 45

Voorwaardelijke kortingen

Answer 45

de kredietnemer komt in aanmerking voor een korting op het basistarief van het hypothecaire krediet als hij ook een of meer andere ‘huisproducten’ opneemt

Question 46

Schattingskosten

Answer 46

de bank moet weten hoeveel het goed dat in waarborg wordt gegeven, effectief waard is en daarom stuurt ze een schatter op kosten van de kredietnemer

Question 47

Dossierkosten

Answer 47

de vergoeding voor het werk en de tijd van de bank

Question 48

Hypothecaire volmacht

Answer 48

de lener geeft de toelating aan de kredetertrekker om - indien nodig - een hypothecaire inschrijving te nemen op kosten van de kredietnemer

Question 49

Investeringskredieten

Answer 49

krediete op halflange en LT met als doel het financieren van vaste active tegen een vaaste of variabele rentevoet en een vast aflossingsschema