H6 Flashcards
1
Q
noem drie (3) manieren van handelen op:
A
1)proffesioneel
2)routinematig
3)intuitief
2
Q
wat is een hoofdoel?
A
daarin beschrijf je wat je met de client wilt bereiken(meestal lange termijn)
3
Q
wat is een werkdoel?
A
daarin beschrijf je welke conctrete doelen je op de korte termijn wilt bereiken.
4
Q
noem 2 wat en doelen kunnen zijn?
A
-zelfstandig en zelfredzaamheid stimuleren.
-problemen of terugval voorkomen