H5 voeding en vertering Flashcards

1
Q

voedselproductie bacterien

A

melkzuurbacterieren,

kaas en zuurkool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voedselproductie schimmels

A

schimmelkaas

gisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voedsel langer houdbaar maken

A
lage temperatuur bewaren
pasteuriseren
steriliseren
drogen
conserveren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

additieven

A

toegevoegde kleur, smaak en geurstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voedingsmiddelen

A

alles wat je eet of drinkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voedingstoffen

A

bruikbare bestands delen van voedingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voedingsvezles

A

alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 functies voesingsstoffen

A

bouwstoffen
brandstoffen
reserve stoffen
beschermende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eiwitten

A

brandstof en bouwstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

koolydraten

A

brandstof, bouwstof en reservestoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vetten

A

brandstof, bouwstof, reserve stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

water

A

bouwstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mineralen

A

bouwstof en beschermende stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vitamines

A

bouwstof, beschermende stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

indicator

A

stof om andere stof mee aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

indicator voor zetmeel

A

jodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

basis van gezonde voeding is

A

variatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

groente en fruit

A

vitamine c en voedings vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

brood aardappelen rijst en pasta

A

zetmeel, plantaardige eiwitten, vitamines, mineralen en voedingsvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

zuivel, ei, vlees, vis

A

eiwitten, vitamines, mineralen

21
Q

boter en olie

A

vetten en vitamines

22
Q

vocht

23
Q

energiebehoeften hangen af van

A

geslacht
lichaamsgroote
gewicht
lichamelijke inspanning

24
Q

bmi

A

body mass index

25
alle organen die samenwerken voor de vertering
verteringsstelsel
26
doel vertering
voedingsstoffen afbreken tot verteringsproducten
27
stoffen die wel door de darmwand worden opgenomen
water glucose | mineralene en vitamines
28
stoffen die wel verteerd moeten worden
eiwitten, vetten koolydraten
29
verteringsklieren maken
verteringssappen en die bevatten enzymen
30
enzymen
stoffen die scheikundig reacties versnellen
31
darmperistatiek
beweging die darmen maken om voedsel voort te bewegen
32
functie gebid
oppervlake voedsel vergroten, zodat enzymen beter kunnen inwerken
33
tanden en kiezen
gebitselementen
34
onderdelen gebit
wortel, glazuur cement kroon tandbeen tandholte wortelvlies
35
tanden
snijtanden en hoektanden
36
kiezen
knobbelige bovenkant om voedsel te vermalen
37
tandplak
laagje aanslag op de tanden met bacteriën en etensresten en speeksel
38
tandsteen
verkalkt tandplak
39
speeksel
water en slijm en enzymen
40
slikreflex
huig sluit neusholte tijdens het slikken | strotklepje sluit luchtpijp tijdens het slikken
41
welke beweging maakt de slok darm om voedsel voort te bewegen
peristaltische beweging
42
welke beweging maakt de slok darm om voedsel voort te bewegen
peristaltische beweging
43
12 vingerige darm
afvoerbui van de lever, maakt gal | afvoerbuis avn de alvleesklier met alvleessap
44
dunne darm
heeft darmsapklieren opname van voedings stoffen in het bloed wand is opgebouwd uit darmplooien
45
dikke darm
water opnemen uit voedsel | bevat bacterien
46
endeldarm
opslag van onverteerbare voedselresten | via de anus verlaten de resten
47
planten eters
herbivoor
48
vleeseter
canivoor
49
alleseter
omnivoor