h5 Flashcards
1
Q
De VN bestat uit:
A
- De economische en sociale raad
-* Het secretariaat
-* De algemene veergadering - De veiligheidsraad
2
Q
Ontwikkelingslanden hebben problemen:
A
- Voedselproblemen
- Financieël-economische problemen
- De milieuproblematiek
3
Q
De hulp is te verdelen in 3 soorten:
A
- Bilaterale hulp (hulp van regering tot regering)
- Multilaterale hulp (ontwikkelingshulp via internationale organisaties)
- Particuliere samenwerking (via particuliere organisaties NGO’s)
4
Q
Een aantal van de gespecialiseerde organisaties zijn:
A
- Unesco (onderwijs, wetenschap en cultuur)
- Unicef (kinderfonds)
- Wereldbank (bevorderen van economische ativiteiten in ontwikkelingslanden door ze geld te lenen)
- WHO (Worl health organization
5
Q
3 kernbevoegdheden van het EP:
A
- Wetgevingsbevoegdheid
- Budgetrecht
- Controlebevoegdheid
6
Q
De belangrijke organen en instellingen van de EU zijn:
A
- De Commissie
- De Raad van de EU
- Het Europese Parlament
- Het Hof van Justitie
7
Q
Eisen om mee te doen aan de EMU:
A
- Lage inflatie
- Lage rente
- Stabiele munt
- Gezonde overheidsfinanciën
8
Q
4 belangrijkste zuilen
A
- De protestant-christelijk
- De roomskatholieke
- De liberale
- De socialistische
9
Q
2 supermachten
Sovjet-Unie en de VS probeerden elkaar te bewijzen dat ze het beste systeem hadden op deze gebieden:
A
- Politiek
- Militair
- Ideologisch
- Sociaal
- Economisch
- Wetenschappelijk en Sportief
10
Q
Reminiscentie
A
is een activiteit waarb8ij men teruggaat naar het verleden.
11
Q
Samenleving:
A
de mensen die samen in een land wonen
12
Q
3 functies van de Commissie
A
- Indienden van wetsvoorstellen
- Onderhandelingen voeren met landen of internationale organisaties
- Toezicht houden op de naveling van EU-verdragen